dinsdag 29 december 2015

Hulpwerkwoordenballade

Ik schijn een mens te zijn, sprak de mens.

Ik blijk een mens te zijn, sprak de mens.

Ik heet een mens te zijn, sprak de mens.

Ik dunk me een mens te zijn, sprak de mens.

Ik schijn me toe een mens te zijn, sprak de mens.


Ik kom voor een mens te zijn, sprak de mens.

Ik lijk een mens te zijn, sprak de mens.

Ik ben een mens!

©Fictorie, juli 2015 "Straatbeeld Spoleto, ItaliĆ«"




zondag 27 december 2015

Name calling

Het woordenboek op internet zegt dat 'name calling' vertaald kan worden met 'gescheld', 'getier'. Maar dat bevalt me geenszins, want dat zijn te zware woorden voor een alledaags verschijnsel. Mensen hebben in het algemeen de neiging om hun wereld overzichtelijk te houden. En overzicht krijg je door dingen bij hun naam te noemen. Letterlijk 'name calling' dus. Op zich een doodnormaal verschijnsel. Het is hartstikke onhandig om niet te weten waarover je praat, noem het beestje maar gewoon bij zijn naam! Dus mag een tafel tafel heten, ook al benut je het op dat moment als stoel. (of net andersom) En kan een bed een bed heten, ook al gebruik je het op dat moment als sofa (een ouderwetserig woord voor bank, niet van het betaaltype, maar zo'n lang ding dat je in je woonkamer zetten kunt). 
Woorden maken de wereld inzichtelijk en betrouwbaar. In het algemeen gesproken dan. 

Waarom dan deze blog? Een blog is immers de plek bij uitstek om iets aan te kaarten dat in het dagelijks leven opvalt, ergert, de aandacht trekt, spannend is, boeiend overkomt of iets anders actiefs doet in het hoofd van de auteur van de blog. 

Klopt. Zo ook hier. Nu. 

Name calling. Het is een alledaags verschijnsel met grote uitwassen die mensen in hoeken duwen waar ze zich niet willen bevinden of indelen in hokjes die mogelijkerwijze niet eens bestaan of verzonnen zijn om de wereld overzichtelijker te maken. 
Dan krijg je dus dat er gesmeten wordt met termen die algemene beelden verwoorden over dat wat in dat ene woord vervat is. De diepe nuance wordt ten enen male gemist. De grijstinten genegeerd. Het is een zwart wit verhaal dat door iedereen in een oogopslag begrepen wordt. Althans, dat meent de gebruiker van het woord.
En dan gebeurt er iets vreemds. Wanneer je dingen namen gaat geven, wanneer je mensen in groepen in gaat delen, dan zie je ineens dat er een groep is die valt onder je definitie. Tenminste, dat is hoe je gaat waarnemen. Ook al klopt er geen barst van!


Zo ontstaat de wij/zij wereld van de hullie en zullie taal. 
Zo ontstaat haat. 
Zo ontstaat onbegrip.
Zo ontstaat vervreemding.
Zo ontstaat verwijdering.
Zo ontstaat gettovorming.
Zo ontstaat 'blame the victim' gedrag.
Zo ontstaat 'wat ik niet wil zal jou zeker niet geschieden'. 
Zo ontstaat 'opgestaan is plaats vergaan'.
Zo ontstaat nimby.
Zo ontstaat onveiligheid.
Zo ontstaat chaos.

En het begint allemaal bij name calling. 


Op zich een neutraal verschijnsel. 

In den beginne was het woord. 


'Er zij licht'. 

zondag 20 december 2015

Wegwezen! (een tweeluik)

De wereld bestaat uit snelwegen. 

De wereld bestaat uit landwegen. 

De wereld bestaat.

Hoe de wereld bestaat bepalen we helemaal zelf. Door de weg die we bewandelen, de stappen die we zetten, de routes die we nemen. 




De wereld bestaat uit tolwegen.

De wereld bestaat uit bruggen en viaducten.

De wereld bestaat. 

Of de wereld bestaat bepalen we met elkaar samen. Door de weg die we blokkeren, de stappen die we weigeren, de routes die we vermijden.


zaterdag 14 november 2015

Opstandig verzet



14 november 2015 
Dag waarop Sinterklaas voet aan Nederlandse bodem zet.

Dag waarop de wereld geschokt reageert op de aanslagen in Parijs, de avond tevoren, zeven in getal.

Dag waarop de magische wereld van het kind bedreigd wordt, door volwassenen die hun eigen gelijk hoger achten dan kindergeluk. 

Het een mag niet met het ander in verband gebracht, spreken stemmen op twitter. 

Maar hoe kun je verbanden negeren als alles op je netvlies verschijnt en je verlamt en verwart en raakt waar je niet geraakt wilt worden. Verbanden hoeven niet gelegd, ze zijn. Verbanden hoeven niet gevormd, ze schreeuwen je toe. 

Werkelijke vrijheid van denken geldt voor diegenen die zich durven begeven op paden die niet de moeite van het denken waard zijn en toch gedacht schijnen te kunnen worden en dan gedachteloos besluiten het denken te staken en een gezonder spoor gaan zoeken vol bewustzijn en geestkracht.
Waar mensen het bestaan om anderen naar het leven te staan is een zoet gebeuren als een fantasierijk toneelspel dat een land ruim drie weken in de ban kan houden - nog afgezien van de commerciĆ«le spin off die al maanden langer de detailhandel geen windeieren lijkt te leggen – een welkome afleiding van de toestand in de wereld en dienen de onverlaten die juist deze dag kozen voor hun grote gelijk ( dat pas in de tand des tijds zal blijken als alles van vandaag geschiedenis geworden is) de minste aandacht te krijgen. 

Hij is weer in het land, de kinderen van dit land mogen weer dromen en hopen en verlangen en wensen en over een week of wat hun wensen vervuld zien danwel om leren gaan met de onvervulbaarheid ervan en het besef dat wat wel hen toebedeeld werd toch werkelijk ook vreugde gaf en niet een pijnlijk gemis van wat liever gehoopt was betekende. Deze tijd van het jaar is een tijd waarin we met onze neus op de feiten gedrukt worden. De feiten dat er ongelijkheid heerst in de wereld en dat rijke gezinnen meer ontvangen kunnen van de goedheiligman dan gezinnen waar een dagelijks ontbijt al een probleem vormt en winterjassen altijd zoveelstehands zullen moeten zijn. Kinderen zijn niet blind voor die realiteit, maar geloven met heilig vertrouwen in de geest van geven die Sint Nicolaas elk kind in het hart legt met elk klein geschenk dat ontvangen mag worden. Dankbaarheid leren kinderen door te mogen ontvangen. Geduld leren kinderen door te mogen verwachten en hopen. Solidariteit leren kinderen door te mogen delen in eenvoudige vreugden op georganiseerde intochten en Sinterklaasontvangsten op school en in dorpen en steden, vrij toegankelijk voor ieder kind. 

Heeft niets te maken met moord en doodslag in de Lichtstad. 
Heeft alles te maken met hoe we kijken naar dergelijke nare gebeurtenissen die ons allen raken al waren we er geen onderdeel van als dader of slachtoffer, als overlevende of getuige, als rechtshandhaver of vreemdeling. 
Met de intocht van de Goedheiligman komt meer in ons land terecht dan gesteggel over de al dan niet kloppende visie dat zijn knechten verkeerde boodschappen overbrengen op de tere kinderziel. Met de intocht treedt een droom onze wereld binnen van een realiteit waarin kinderen gelijkwaardig aan elkaar zijn, ongeacht hun geboortegrond, huidskleur of opvoeding. Kinderen, ook zij die dat slechts in hun hart nog zijn, mogen dankzij de Goedheiligman weer herontdekken dat dromen gedroomd mogen worden en met een beetje geluk nog uit zullen komen ook, dat delen in vreugde vreugde vergroot en dat het een genoegen is om te wachten op wat komen gaat en er nu nog niet is. Deze dag leert ons toeleven naar een wereld die dichterbij kan komen als we het spel weer durven spelen dat ons kinderlijk gelukkig laat zijn. 

De wereld is vannacht niet vergaan. 
Sinterklaas is toch gekomen! 

©Fictorie, Groningen 17-11-2013

maandag 9 november 2015

Wie veel leest kan veel verhalen

Soms voel ik me extreem bejaard in deze wereld van jonge geesten met geestige gedachten over onzinnige dingen die menen wielen uit te vinden waar anderen het hele voertuig al weer achter zich gelaten hadden. Het is ooit zo geweest dat mensen die niet verder kwamen dan de grenzen van hun dorp - ja echt, dat kwam voor! toen er nog winkels, scholen en kerken in dorpen te vinden waren, was het mogelijk levenslang de grenzen van je eigen dorp niet te overschrijden - en zich er amper bewust van waren dat er een wereld bestond buiten de grenzen van dat dorp. Kwamen ze op enig moment in een ander dorp, of nog erger, in een stad, dan keken ze hun ogen uit en waren verbijsterd over wat ze zagen, omdat het zo afweek van wat ze gewend waren. Kwamen ze met die ervaring weer terug in hun dorp dan was iedereen in hun omgeving er van overtuigd dat ze teveel fantasie hadden en dat wat ze beweerden niet waar kon zijn omdat het hun voorstellingsvermogen te boven ging. De enkeling die het na die ene incidentele ervaring waagde nogmaals de oversteek over de eigen dorpsgrenzen te maken was voortaan een vreemdeling, een excentrieke uitzondering op de gewone bevolking en had niet meer zoveel invloed op de dorpsmening als voorheen, aangezien een groep die bestaat bestaat bij de gratie van de groep en dissidente tegengeluiden niet gebruiken kan wil men niet de groep als groep op het spel gaan zetten. 
-  Sociologie, beste lezer, sociologie. Een vak op de universiteit, waar menigeen nog wat van op zou kunnen steken! Maar dit geheel terzijde. - 

Waarom ik me bejaard voel in deze wereld? Extreem bejaard zelfs? Omdat het omgekeerde van wat voorheen plaatsvond nu in deze tijd gebruikelijk schijnt te zijn. Wie in deze tijd leeft kan het niet maken om levenslang in het eigen dorp te blijven. Ieder mens reist wat af, kijkt veel rond, shopt her en der en ziet de wereld met eigen ogen. 

Het merkwaardige is echter dat hoe meer er bekeken wordt des te minder er gezien lijkt te worden. Alles wat ontdekt wordt wordt omhelsd als beter dan wat voorheen gezien werd en gepropageerd alsof het de eeuwige waarheid is, totdat de volgende horizon opdoemt en een nieuw vergezicht de ogen opent voor alweer een andere te omhelzen visie of gedachte of plan of ontwerp of idee of project. Nieuw is altijd beter, anders is altijd echter en apart is altijd unieker dus meer te ambiĆ«ren dan wat al bekend was en bestond en vertrouwd was en begrepen werd. 

Hoe langer ik leef hoe meer zogenaamd vernieuwende geluiden tot me doordringen, die ik telkens weer detecteer als vermeende nieuwe wijn in door mij herkende oude zakken, waar de ontdekker dezes meent oude wijn gevonden te hebben echter verzuimde de les dat die niet in nieuwe zakken past mee te nemen in de eigen overwegingen. 

Ik zie in de wereld waarin ik mij beweeg op diverse gebieden dezelfde dingen gebeuren. Dat heet dan tijdgeest, zo is me ooit geleerd. Maar het vreemde is dat tijdgeest iets is waar we allen deel van uitmaken en desondanks keihard ontkennen zodra we menen iets nieuws gevonden te hebben dat nog niet eerder ontdekt was. 
De heen en weer beweging van centraliseren naar decentraliseren en weer terug is er een simpel voorbeeld van, dat in diverse werelden bekend verondersteld kan worden en toch keer op keer als nieuw concept opgeld blijkt te doen. Ik snap dat niet. Voel me meer en meer een 'ouwe zeur' als ik mensen er op wijs dat wat ze willen proberen niet gaat werken omdat ze voorbij gaan aan de lessen uit de geschiedenis die tonen dat elke verandering ook weer een tegenbeweging op roepen zal en dat niet rekening houden met die tegenbeweging de verandering in een verslechtering om zal doen slaan waar het als verbetering geĆÆntroduceerd werd en veelal slechts ingegeven werd door dollartekens in de ogen als van de oude Dagobert Duck, voorvechter van winst om de winst en groot tegenbeeld van hoe een samenleving zou behoren te functioneren wil het het woord samenleving dragen en niet weggezet worden als maat-schap-pij. 

Ik begeef me al enige jaren in kringen (op internet veelal, al ga ik de werkelijke wereld niet uit de weg, het is immers allemaal een en hetzelfde, wat je leest in de virtuele wereld vindt haar oorsprong in de werkelijke wereld en is er een afdruk van en voor de nadenkende beschouwer zeker te herkennen in de werkelijke wereld) waar mensen zich bezighouden met 'hoogbegaafdheid' en 'autisme'. Termen die paraplubegrippen en containerbegrippen blijken te zijn. Hoogbegaafdheid is soms af te doen als 'een hoog IQ' waar ik het liever zou laten samenvallen met 'gezond boerenverstand'. Autisme is soms af te doen als 'hier kan ik geld mee verdienen' waar ik het liever zou scharen onder 'hou rekening met elkaar'. 
Het is bizar om keer op keer te merken hoe hele volksstammen zonder enige kennis van zaken en persoonlijke banden met het fenomeen waar ze zich mee bezig houden in staat blijken te zijn andere volksstammen achter zich te verzamelen als waren het fans van een held of groupies van een popster of (in wat gunstiger bewoordingen) leerlingen van een leraar, alsof ieder mens met gezond verstand het nodig heeft andermans gezond verstand te lenen teneinde het eigen gezond verstand te kunnen inzetten om aan meningsvorming te doen die er ook nog toe doet.
Denk zelf is al jaren mijn motto. Ik stel veel vragen en wordt dan versleten voor onwetend, alsof het niet waar zou zijn dat je van vragen wijs wordt, zoals me ooit geleerd is in de tijd dat ik nog veel moest leren om te kunnen komen waar ik geweest ben en steeds opnieuw naar op weg ben, een plek waar ik anderen wellicht iets aan kan reiken van wat ik opgedaan heb in mijn niet zo lange maar blijkbaar zeer goed gevulde leven. 


De favoriete plek uit mijn jeugd is een plek die in deze tijd nog even rustig rustgevend leerzaam en nuttig is als voorheen. Sommige dingen veranderen niet. Hoewel......waar voorheen elk iets groter dorp er een bezat is het tegenwoordig normaal zo'n plek te sluiten wegens geldstromen die andere rivieren moeten voeden en de mobiele variant uit het straatbeeld te schrappen omdat er een virtuele wereld is waar iedereen - nou ja, die illusie leven we in - goed toegang toe heeft. Ik doel op dat lastige woord dat zich met vier letters laat samenvatten en dan door iedereen begrepen wordt als plek waar je alleen heengaat als plaatjes niet het enige zijn dat je boeien kan en bewegende beelden voor jou minder nodig zijn dan letters die de wereld duiden kunnen. Ik vertoefde er een groot deel van mijn jeugd, leerde er meer over de wereld waarin ik leef dan ik ooit had kunnen doen door in die wereld rond te hangen, aangezien de stof die ik tot me nam zich in letters sneller nuttigen laat dan via het zien en ruiken en horen wat voor mij persoonlijk (wegens autisme, jawel, die diagnose kreeg ik opgespeld al draag ik het niet als lintje dat ik uit handen van een staatshoofd (via een tussenpersoon dan) mocht ontvangen, maar als nuttige verklaring voor mijn eigen aardigheden die anderen veelal duiden als eigenaardigheden wanneer ik ze laat horen en zien waarin ze naar mijn bescheiden mening de plank misslaan op grond van gebrek aan kennis danwel inzicht of soms beide tegelijkertijd en in ieder geval bij mij vragen oproepen die ik dan gewoon stel, ook al ontmasker ik de keizer dan weleens als naakte aap) te indringend zou zijn en mijn opnamecapaciteit danig zou beperken wegens overload aan informatie die ik in letters in gematigd tempo nuttigen kan al naar gelang mijn energie van dat moment. 

Lees meer, leef beter, luister dieper, onderzoek echter en bezint eer je beweert, het zijn de nieuwe motto's die samenvallen onder dat ene adagium 'denk zelf'. 

Bibliotheken, laten we die walhalla's voor de leergierige ziel nooit opheffen, hoeveel digitale werelden we ook scheppen kunnen met hoeveel (on)toegankelijkheid ook. Delen van kennis is wat bibliotheken doen en het is een teken aan de wand dat we er minder en minder exemplaren van in leven wensen te houden. Ik wil meer bibliotheken! 

Gelukkig verdween het gratis lidmaatschap voor kinderen onder de 18 nog niet. Maak er gebruik van jongelieden die daarvoor in aanmerking komen! Lezen maakt wijs en helpt je bij het duiden van wat de virtuele wereld je wijs wil maken. Denk zelf. 



maandag 26 oktober 2015

Taalver(kr)achting

Once upon a time...... oh nee, dat kan niet, we moeten in dit land niet gaan vervallen in buitenlands, dat valt niet goed. Eigen taal eerst. 

Er was eens...... nee, dat is nog erger, het is geen sprookjesverhaal, het gaat over de werkelijkheid van alledag, de dag van gisteren en de dag van vandaag, dat moet niet klinken als 'en ze leefden nog lang en gelukkig' want gelukkig is geen mens en lang leven willen we wel, maar niet ten koste van alles. 

Ooit.....nou, vooruit, dat is een goeie poging. Ga maar door.

Ooit, in een tijd die slechts bestaat in mijn herinnering, was het gebruikelijk (wou ik daar bijna een francisme invoeren 'usance', maar ja, dat begrijpt natuurlijk niemand hedentendage - oh ja, met spaties gespeld heden ten dage -), dat mensen opletten bij elke zin die ze in openbare gelegenheden benutten. Of het nu gesproken of geschreven taal betrof, men wist hoe woorden werken en hoe je op je hoede moet zijn als je in een kring van mensen die je niet persoonlijk kent en die jou niet persoonlijk kennen het waagt een woord in het midden te werpen als een knuppel die het hoenderhok zou kunnen verschrikken ongeacht of dat het beoogde doel was. Die tijd, ik denk eraan terug met heimwee, is voorgoed verleden tijd. Voltooid verleden tijd naar het schijnt.
De tegenwoordige tijd, het hedendaagse tijdgewricht blinkt uit in heel ander taalgebruik. Het is mode geworden om met zo min mogelijk kennis van zaken zoveel mogelijk meningen te berde te brengen op zo groot mogelijke schaal en met zo min mogelijk doel. 

Het is mij tot op heden ontgaan wat het nut daarvan zou kunnen zijn, maar ik begin te menen dat het ontbreken van een doel het enige nut is van dit alles. 
Een ander nut zou kunnen zijn - maar dat wil er bij mijn ouderwets functionerende hersenen amper in -  dat mensen tegenwoordig meer dan vroeger menen dat het zinvol is hun woorden zo te verspreiden dat de geur ervan hen omringt als een territorium dat hen veiligheid verschaffen kan. Alsof mensen heden ten dage (goed zo, met spaties! en dat in Ć©Ć©n keer!) niet meer weten dat ze bestaan ongeacht hun woordgebruik. Alsof ze middels woorden hun bestaan willen bevestigen, benadrukken en wellicht zelfs menen pas te bestaan als woorden geuit zijn. Dat laatste kan ik me indenken. Maar ik meende dat dat een verschijnsel is dat behoort bij de diagnose autisme die mij ooit ten deel viel. Het lijkt er echter op dat het een oermenselijk verschijnsel is dat woorden je bestaan bewijzen, waardoor iedereen wel genoodzaakt is woorden te bezigen, te pas en bovenal te onpas, immers dan val je nog meer op en besta je dus nog meer dan wanneer je ingevoegd in de gebruikelijke woordenstroom ook een steentje bij poogt te dragen. 
Woorden dus. Wegen tot kennis ooit. Waarden dragend. Wijzer makend. Woede kalmerend. 

Die tijd is voorbij. Ik zei het al. De tijd dat je uit kon gaan van de betekenis van woorden zoals die nu eenmaal vanzelf spreekt is niet meer bestaand. 

Nu kunnen koeien ineens behoefte hebben aan 'te grazen genomen worden' omdat dat zo'n leuke woordspeling opleveren kan, hoewel de zin kant noch wal raakt voor wie de taal serieus wenst te nemen. (voor wie het even gemist heeft: Wakker dier bezigt deze tekst: 'Niemand wordt graag te grazen genomen…. behalve koeien!' teneinde aan te geven dat koeien in de wei behoren te staan en niet op stal)
Taalverloedering zeiden we ooit tegen dergelijk taalmisbruik. Maar tegenwoordig is het flauw om zo te reageren. Immers 'dat moet toch kunnen!' Nee dus, dat moet niet mogen, dat moet zeker niet kunnen en het zou velen sieren als ze zich er nota van namen hun taal te screenen op onvolkomenheden. (Oh wacht, screenen moet natuurlijk zijn 'er op nakijken')

Taal die niet meer betekent wat ze betekent wordt uiteindelijk inhoudsloos en betekenisloos wat geen synoniemen maar elkaar aanvullende begrippen zijn. Of eigenlijk begrippen die de leegte van de taal dubbel sterk pogen uit te drukken. Zoals een dubbele ontkenning voorheen een sterke bevestiging was en heden ten dage slechts uitdrukt dat de spreker/schrijver de ontkenning wil benadrukken. Het kan verkeren. 

Taal verandert, ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen. Maar verandering die de begrijpelijkheid in de weg gaat staan en beetje bij beetje de taal zo uitholt dat niets meer gezegd kan worden zonder verbaasde blikken te ontmoeten of verbijsterde reacties te ontvangen of vreemde spraakverwarringen teweeg te brengen is  mijns inziens wel degelijk bewijs ervan dat er meer aan de hand dan de natuurlijke loop der dingen. 
De generatie die opgroeide met van Kooten en de Bie zal kunnen beamen dat virtuoos taalgebruik wel degelijk platte inhoud kan hebben waar dat noodzakelijk geacht wordt. Maar zal tevens kunnen inzien dat platte inhoud zonder virtuoos taalgebruik de dood in de pot is voor elke creatieve uiting die iemand ooit nog zou durven wagen. 

Taal doet ertoe! In deze tijd meer dan ooit!

dinsdag 20 oktober 2015

'Oh, dat heb ik ook!'

* Mensen herkennen op een willekeurige plek, het overkomt me regelmatig dat het me volkomen ontgaat wie ik voor me heb, bekende of onbekende, naaste of verre kennis, gezichten en namen vormen gescheiden terreinen die ik maar moeizaam aan elkaar gekoppeld hou. 
'Oh, dat heb ik ook!'

* Als het ergens druk is komen geluiden zo sterk bij me binnen dat ik degene met wie ik samen op pad ben amper nog kan volgen. Het geluid van degene naast me valt weg in de kakofonie van geluiden en ik mis de helft of meer van wat gezegd wordt.
'Oh, dat heb ik ook!'

* De ene dag heb ik energie voor tien, de andere dag ben ik al blij dat ik mezelf daar krijg waar ik die dag moet zijn of kom ik niet verder dan mijn bed uit rollen en de dag doorkomen binnenshuis. 
'Oh, dat heb ik ook!'

* Uitdrukkingen en gezegden, maar ook heel normale woorden, beluister ik in de eerste plaats letterlijk en pas nadat ik de codering heb toegepast weet ik of het letterlijk bedoeld was of toch op een andere manier uitgelegd moet worden. En reageer ik per ongeluk toch of het letterlijk was, dan ga ik maar snel over naar de tactiek van doen alsof het een grapje van me was, dat valt eenvoudiger te verklaren dan het misverstand uitleggen. 
'Oh, dat heb ik ook!'

'Eh....nee, dat laatste heb ik niet.....komt me raar over wat je daar zegt.'


* Veranderingen die ik niet zie aankomen en die mijn dag verstoren of dingen onmogelijk maken die voorheen vanzelfspraken maken me onrustig, moe en vaak ook heel opstandig. Ik kan er maar met moeite aan wennen, mezelf er maar met mate toe zetten me te voegen naar de verandering die onontkoombaar is.
'Oh, dat heb ik ook!'

* Al bovenstaande zaken komen dagelijks voor, soms heel vaak, soms incidenteel, maar er gaat geen dag voorbij dat ze plaatsvinden. Het maakt mijn leven lastig, vermoeiend en bovenal onvoorspelbaar waar ik juist het beste functioneer bij een grote mate van voorspelbaarheid.
'Oh....'

*Veel mensen kennen bovenstaande dingen en nog andere die onvermeld bleven uit eigen ervaring. In meer of mindere mate komen ze die tegen in hun dagelijks leven. En omdat dat zo is kunnen ze maar moeilijk begrijpen wat ik probeer te zeggen als ik hen duidelijk maak dat hun 'oh, dat heb ik ook!' een misplaatste ontkenning van wat ik poog te zeggen is. 

Ja, ik heb ook weleens een dag waarop alles op rolletjes loopt (maar het zijn de uitzonderingen in mijn leven), ja ik heb ook weleens een dag dat ik iedereen herken (maar dan zie ik meestal bar weinig mensen en weet ik wie ik treffen zal), ja ik heb ook weleens dagen dat verstoringen me niet zo bezighouden dat ik er de dingen die ik doen wou niet meer door voor elkaar kreeg (maar die dagen zijn in de minderheid), ja ik heb ook weleens dagen dat ik geluiden goed verdraag (maar dan heb ik een topdag, een dag waarop ik - zeer zeldzaam dus - energie voor tien heb). 

Als iemand mij vertelt dat hij moeizaam loopt, zal ik niet gaan vertellen over die ene keer dat ik door mijn enkel ging en even moeizaam lopen moest, alsof ik ook weet wat moeizaam lopen op een dagelijkse basis betekent voor een mens.

Als iemand mij vertelt dat horen lastiger is geworden, zal ik niet vertellen over de keren dat ik in het geroezemoes geen stemmen kan onderscheiden, alsof mijn probleem identiek te noemen is aan de ervaringen van de dover wordende medemens. 
Als iemand mij vertelt dat hartkloppingen een beangstigende ervaring zijn, zal ik niet vertellen over de keren dat angst me om het hart slaat wegens onduidelijke angsten die me de adem weleens benemen, alsof ik daarmee de fysieke klachten die beschreven worden zou kunnen invoelen en begrijpen.
Als ik iemand iets hoor vertellen over zijn of haar eigen levensomstandigheden vermijd ik het angstvallig om te roepen: 'oh, dat heb ik ook!'

maandag 12 oktober 2015

Pamflet pim pam pet

Vernieuwen is het modewoord van deze tijd. Een modewoord dat zelden gezien wordt als de klank die ik er telkens in hoor als iemand het hardop uitspreekt 'vernieu l en' wordt het vaak. 'Vernielen' zou ik het dan spellen.

Als vernieuwen gepaard gaat met terug naar oude waarden wordt het helemaal een spannend verhaal. Immers, behouden van het oude en vernieuwen naar het nieuwe is een heftig spanningsveld, dat weleens kinderen weg pleegt te smijten tezamen met het badwater dat afgedaan heeft als dienstig. 
In oude instituten zijn vaak bewegingen te herkennen die het nieuwe vernieuwende enthoustiast omarmen. En dan krijg je de zure tegenbewegingen van hen die menen dat alles bij het oude blijven moet, omdat je veel te veel risico loopt als je gaat vernieuwen.
Dit is niet zo'n zure tegenbeweging!

Vernieuwen is een beweging in gang durven zetten die afwijkt van gebaande paden. Vernieuwen is de moed hebben je uit te spreken, ook al weet je dat je tegenstand treffen zult op je weg. Vernieuwen is een stap zetten in het volle besef dat het moeras pas een pad kent als je voet bodem vinden kan. Vernieuwen is doen wat ondenkbaar is zolang je het oude laat bestaan en op diezelfde voet wilt verder gaan. 
Vernieuwen vergt de energie van de jeugd, vernieuwen vergt de wijsheid van de mens op leeftijd, vernieuwen vergt een momentum en een mogelijkheid danwel dringende noodzaak en vliegende haast. 
Vernieuwen is mogelijk, maar in het proces is het van het grootste belang je verliezen te nemen of te stoppen met vernieuwen als de verliezen je te groot dreigen te worden. Dwars door de verliezen heen zal nieuwe winst aan de horizon verschijnen, maar het kan een lange weg zijn voor je dat aan kunt raken, de horizon heeft nu eenmaal de neiging te wijken als je er naartoe beweegt. 
Vernieuwen gaat het beste als iedereen meewerkt, maar in de praktijk zal blijken dat het dan geen vernieuwing is geweest, slechts een koerswijziging die iedereen mee kon maken omdat het oude nog voldoende herkenbaar en tastbaar bleef. 
Vernieuwen vergt dan ook de moed om los te laten wat vertrouwd en daarmee veilig is. Vernieuwen is daarmee in zekere zin wel degelijk vernielen.
Vooral je eigen denken over 'hoe hoort het eigenlijk'. 


vrijdag 11 september 2015

Schreeuw uit de diepte



Het gezicht van wanhoop kent vele gezichten. Dat kan niet en toch is het zo. 
Er is het gezicht van wanhoop dat doet denken aan Munch met zijn beroemde beeltenis die tevens in verschillende varianten het levenslicht zag. Er is het gezicht van wanhoop dat doet denken aan een lachspiegel, een verwrongen masker waar de pijn duimendik bovenop ligt. Er is ook het gezicht dat stoĆÆcijns voor zich uit lijkt te kijken en ogenschijnlijk geen spier benut, alhoewel inwendig elke spier strak gespannen staat. En dan is er nog het gezicht dat alle gezichten van de wereld aan kan nemen en volkomen onherkenbaar blijft als gezicht van wanhoop aangezien de lach er op gebeiteld kan blijven liggen ongeacht de diepte van de wanhoop. Over die wanhoop wil ik het nu hebben. De wanhoop die maakt dat je als een idioot krampachtig je in duizenden bochten wringt om de wanhoop te ontlopen, niet te hoeven voelen. Dan komt het over alsof je de grootste lol hebt. Dan lijkt het erop alsof je geniet van onzinnigheden. Dan ziet het er uit alsof je fantastische dingen beleeft met nog fantastischere mensen die allemaal zo bijzonder zijn, dat wil je niet weten! 

Als dat het gezicht is dat je voor je ziet is het zaak je af te vragen of er wapens in huis zijn, of de balkons niet te hoog boven de grond zijn, of het dak bereikbaar is, of er een trein in de buurt is, of er wellicht medicatie ergens ligt te wachten. En juist bij dat gezicht is het het laatste dat je bedenken zult, dat er wanhoop onder ligt. Die wanhoop die maakt dat de mens onzichtbaar diep van binnen verteerd wordt door paniek en de gedachte dat het leven zinloos is. De wanhoop die een mens tot clown kan maken of tot karikatuur, tot vergeetachtige grappenmaker, tot slordige levensgenieter, tot ietwat verstrooide slimmerik met groot gevoel voor humor, weliswaar op het randje zo nu en dan, maar altijd met een gulle lach, die helder maakt dat het niet bedoeld was om te kwetsen. 

De mens is een verraderlijk wezen. Dubbele gezichten zijn aan de orde van de dag. Wat je ziet is zelden wat je krijgt. Wat je krijgt is zelden wat er te zien is. Wat komen gaat weet niemand, wat geweest is is bekend. Waarheen de gezichten van mensen leiden zullen ligt in de toekomst verscholen. De tijd zal het leren. De tijd zal ons leren. De tijd zal het niet deren. Het zijn de mensen die wanhoop ervaren. Tijdloze wanhoop waarin begin en einde onbetekenende begrippen geworden zijn omdat het nu alles bepalend is. Het nu van de wanhoop houdt een mens gevangen in het nu, zolang het nu is. Als iemand er in slaagt het nu in straks te veranderen kan het nu een straks krijgen en is de hoop nog niet vervlogen. Als niemand echter ziet dat achter de lach een wanhopige traan verscholen ligt, zal het keer op keer te laat blijken te zijn. Het nu ging voorbij en werd het ooit van nooit meer. 

God sta ons bij als dat moment wederom is aangebroken. Tot het einde der tijden.

zaterdag 27 juni 2015

Laatste dag van een worsteling met depressie



Ik moet snel zijn, voor de depressie de dag weer overneemt. Nu kan ik nog helder denken, nu kan ik nog dingen doen, laat ik vooral nu de dingen doen die ik vandaag wil doen, anders is er weer een dag voorbij zonder die dingen gedaan te hebben en heeft de depressie opnieuw een ‘recht van spreken’ argument in handen, immers ‘je doet helemaal niets’ is zeer demotiverend om nog iets uit te voeren. Ik laat me toespreken door de gezonde gedachten, die me voorspellen hoe de depressieve klanken weer klinken zullen, als ik ze de kans geef. Ik verkeer op de rand van een depressie. Nu kan ik nog terug, hoop ik althans, maar snel zal het te laat zijn en zal het monster de macht weer grijpen en me in de duisternis storten. 
Nee, duisternis is het niet, het is het vage lichtschijnsel van een ondoordringbare mist, waarin je vermoedt dat er een wereld bestaat, maar die totaal niet waar kunt nemen, wegens de dichte mist die het zicht op de werkelijkheid blokkeert. Dan kun je alleen nog maar hopen dat de zon gaat schijnen, zomaar spontaan, zonder actie van jouw kant, want actie is wel het laatste dat je op kunt brengen in die duister makende lichtgevende mist van ruimte waar je niets van tijd in kunt ontdekken. 
Alles is alles, alles is niets, alles is volkomen leeg en zinloos, want wat moet je voor beweging kiezen als mist je niet eens mogelijk maakt de stap voor je te zien. Het leven wordt leeg omdat het gevuld is met mist. Het leven wordt ondraaglijk, omdat je niets meer ziet wat je op zou kunnen fleuren. Het licht doet slechts vermoeden dat er zoiets zijn kan als een zon die de mist verdrijven kan, maar de mist zelf is alomtegenwoordig en allesoverspoelend. Je hele denken blokkeert. Het draait om lucht en leegte, die er toch zo tastbaar werkelijk uitziet nu de mist niet meer wijken wil.

Maar zover is het nog niet. Nu zijn het nog slechts opdoemende flarden, als witte wieven over de velden waaierend, ergens heeft het nog wel iets moois ook. Nee, niet doen, niet geloven dat het mooi is die mist, dan geef je de mist teveel aandacht, daar gaat die gebruik van maken, dat betekent groei van de mist en de eeuwige verdoemenis voor het heldere denken dat je nu nog bezit. Wees wijzer dan dat, ontvlucht de mist, ren er van weg, ga dingen doen, hou jezelf in beweging, en in hemelsnaam ga niet zitten kijken naar de mist!!!!!!


Het is al weer te laat, de mist doet zich gelden, ik was al weer een fractie te traag in mijn handelen en het moment is voorbij gegaan zonder dat ik het benutten kon. De dag is verloren. Niets zal er vandaag aan helderheid verschijnen, de zon laat het afweten en de mist overwint tot in de eeuwigheid. Dan kan de eeuwigheid niet snel genoeg komen, dan mag het vandaag wel allemaal voorbij zijn, dan is genoeg genoeg geweest en kan ik net zo goed de mist gelijk geven. Er is toch niets. Niets is alles. Alles is alles. En als dat zo is is het genoeg geweest. Vaarwel wrede wereld van de mist.