zaterdag 28 maart 2015

Handicap die kansen biedt

Ik ben geen sportliefhebber, toch ben ik uitermate sportief. 
Als ik mijzelf sportief noem denk ik niet aan mijn vermogen om aan sport te doen, maar denk ik aan de betekenis die ik als kind meekreeg bij dat woord: tegen een stootje kunnen, een verlies kunnen nemen, je niet uit het veld laten slaan als dingen tegen zitten. 
Dat ervaar ik nu als een handicap. 

Een handicap? Ja, want doordat ik tegen een stootje kan, een verlies kan nemen en me niet uit het veld laat slaan als dingen tegen zitten, wek ik de indruk dat ik me prima red in mijn leven en nergens last van heb. Ik zou zo een topsporter kunnen worden. 

Toch is dat geenszins het geval. 

Ik heb aan topsport gedaan, mijzelf tot grote hoogte weten te stuwen, genoten van mijn successen, me verheugd over mijn vooruitgang en gedeeld met anderen wat ik allemaal bereikte. Tot het punt dat het niet langer ging en ik me bewust werd van mijn blessure. Opgelopen notabene doordat ik zo nodig aan topsport moest gaan doen. 

Had ik me gerealiseerd dat ik een andere sport had moeten kiezen, eentje waarbij een handicap een vanzelfsprekend verschijnsel is, dan had ik wellicht nooit de blessure opgelopen die ik nu met me meedraag. Maar ja, achteraf weet je alles. 
En sportief als ik ben zal ik niemand de schuld geven van mijn blessure, die is puur en alleen van mij, verworven door mij, te dragen door mij. 

Waar ik wel last van heb is de handicap die ten grondslag ligt aan het opdoen van de blessure. Niet zozeer het feit dat ik die handicap heb, nee, vooral het feit dat die handicap zo onopvallend is en mede dankzij mijn sportieve karakter verborgen kon blijven in de eerste veertig jaar van mijn leven. Knap werk op zich, topsport bedrijven met een handicap die je op voorhand ongeschikt zou maken voor topsport. Maar als je er een heftige blessure door oploopt die het sporten algeheel onmogelijk lijkt te maken is er wel iets meer aan de hand dan een topsporter die een glansrijke carrière moet afbreken. 

Ik ben tot de conclusie gekomen dat sporten met een handicap een goed idee is. Dan moet je echter wel beseffen dat je die handicap hebt. 
En op zoek gaan naar een sport waarbij die handicap geen punt hoeft te zijn, maar onderdeel kan vormen van de sport. Een omgeving dus, waarin je handicap geen handicap is, maar wellicht zelfs een meerwaarde kan hebben. 
Die omgevingen zijn er. Die bestaan. Ik zie langzaam maar zeker meer mogelijkheden daartoe. Ik ben immers sportief, geen opgever, niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten als het even tegen lijkt te zitten.
Ik zie in een tegenslag een kans om creatief op zoek te gaan naar oplossingen om van de tegenslag geen punt te maken, maar een springplank naar een betere plek. 

Maar als ik dat te fanatiek ga aanpakken loop ik onherroepelijk nieuwe blessures op. 

Ik blijf maar amateur denk ik. Topsport mogen anderen doen. Degenen zonder mijn handicap. 



En voor wie niet snapt waar dit alles op slaat?
Vandaag is de autismeweek begonnen.