Het gezicht van wanhoop kent vele gezichten. Dat kan niet en
toch is het zo.
Er is het gezicht van wanhoop dat doet denken aan Munch met
zijn beroemde beeltenis die tevens in verschillende varianten het levenslicht
zag. Er is het gezicht van wanhoop dat doet denken aan een lachspiegel, een
verwrongen masker waar de pijn duimendik bovenop ligt. Er is ook het gezicht
dat stoïcijns voor zich uit lijkt te kijken en ogenschijnlijk geen spier benut,
alhoewel inwendig elke spier strak gespannen staat. En dan is er nog het
gezicht dat alle gezichten van de wereld aan kan nemen en volkomen onherkenbaar
blijft als gezicht van wanhoop aangezien de lach er op gebeiteld kan blijven
liggen ongeacht de diepte van de wanhoop. Over die wanhoop wil ik het nu
hebben. De wanhoop die maakt dat je als een idioot krampachtig je in duizenden
bochten wringt om de wanhoop te ontlopen, niet te hoeven voelen. Dan komt het
over alsof je de grootste lol hebt. Dan lijkt het erop alsof je geniet van
onzinnigheden. Dan ziet het er uit alsof je fantastische dingen beleeft met nog
fantastischere mensen die allemaal zo bijzonder zijn, dat wil je niet weten!
Als dat het gezicht is dat je voor je ziet is het zaak je af
te vragen of er wapens in huis zijn, of de balkons niet te hoog boven de grond
zijn, of het dak bereikbaar is, of er een trein in de buurt is, of er wellicht
medicatie ergens ligt te wachten. En juist bij dat gezicht is het het laatste
dat je bedenken zult, dat er wanhoop onder ligt. Die wanhoop die maakt dat de
mens onzichtbaar diep van binnen verteerd wordt door paniek en de gedachte dat
het leven zinloos is. De wanhoop die een mens tot clown kan maken of tot
karikatuur, tot vergeetachtige grappenmaker, tot slordige levensgenieter, tot
ietwat verstrooide slimmerik met groot gevoel voor humor, weliswaar op het
randje zo nu en dan, maar altijd met een gulle lach, die helder maakt dat het
niet bedoeld was om te kwetsen.
De mens is een verraderlijk wezen. Dubbele gezichten zijn
aan de orde van de dag. Wat je ziet is zelden wat je krijgt. Wat je krijgt is
zelden wat er te zien is. Wat komen gaat weet niemand, wat geweest is is
bekend. Waarheen de gezichten van mensen leiden zullen ligt in de toekomst
verscholen. De tijd zal het leren. De tijd zal ons leren. De tijd zal het niet
deren. Het zijn de mensen die wanhoop ervaren. Tijdloze wanhoop waarin begin en
einde onbetekenende begrippen geworden zijn omdat het nu alles bepalend is. Het
nu van de wanhoop houdt een mens gevangen in het nu, zolang het nu is. Als iemand
er in slaagt het nu in straks te veranderen kan het nu een straks krijgen en is
de hoop nog niet vervlogen. Als niemand echter ziet dat achter de lach een
wanhopige traan verscholen ligt, zal het keer op keer te laat blijken te zijn.
Het nu ging voorbij en werd het ooit van nooit meer.
God sta ons bij als dat moment wederom is aangebroken. Tot
het einde der tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten