woensdag 9 oktober 2019

O v e r prikkeld

Er zijn van die woorden die helder lijken als je ze uitspreekt 'overprikkeld' is er zo eentje. Iedereen snapt je als je het noemt. Iedereen heeft er een idee bij, een voorstelling van.

Toch vind ik zelf dat hele begrip overprikkeld nogal een vaag en onduidelijk iets. Omdat het vaak niet gaat over een reactie op een verschijnsel of gebeurtenis, maar gaat over een staat van zijn die dagen of nog langer aan kan houden.

Ik bevind me bijvoorbeeld op dit moment in een heftige staat van overprikkeling.
En omdat ik in het hier en nu het beste weer kan geven wat dingen voor mij betekenen heb ik bedacht er nu eens iets over te noteren dat me op dit moment aan mijzelf is opgevallen.

Ten eerste ben ik al een paar dagen, sinds het zaterdag avond na een dag bij Autminds en autopech op de weg naar huis begonnen is, vrijwel voortdurend op twee plekken te vinden: mijn bed of mijn laptop/telefoon (ervaar ik als synoniem in dit geval).
Ik heb in de afgelopen dagen heel veel gesprekken gevoerd, via tekst.
Gesprekken in de openbaarheid van twitter. In de groepsvorming van Facebook. In de timeline van Linkedin. En in gesprekjes op mijn FB timeline.
Die gaan me goed af, die gesprekken. Omdat ze gaan over zaken waar ik al veel en vaak over heb nagedacht en waarvan ik weet hoe ik er over denk en ik dus in mijn reacties noteren kan wat ik al veel vaker heb gedacht of had kunnen denken. Het is herhaling van zetten die in mijn hoofd op vele manieren hebben plaatsgevonden. Ik ken mijn weg er. Ik voel me er in thuis. Het zijn klanken die ik ken, gesprekken die ik ken, dingen die ik aankan. Ook als ik overprikkeld ben.

Toch constateer ik in mijn teksten en dat brengt me bij het 'ten tweede', dat ik in die teksten van mij tamelijk recht toe recht aan redeneer. Geen ruimte heb voor zijsporen of kwinkslagen (tenzij al eerder gemaakte) en ook geen commentaar verdraag dat in mijn ogen kolder of onzin is. Ik ben stellig. Zeker van mijn zaak. Ronduit. Op het kortaffe af. Ik bevind me in twittertaal, ongeacht waar ik schrijf. Ik  maak korte en bondige zinnen. Ik doe alsof een half woord helder genoeg is. Ik heb weinig bijzinnen nodig. Geen ruimte voor. Geen energie voor. Geen zin in.
Tot  het gaat over iets dat me al veel langere tijd bezighoudt, dan merk ik dat ik de volzinnen al eerder gedacht heb en dus uit mijn pen kan laten vloeien alsof ik ze ter plekke aan het verzinnen ben, wat strikt genomen ook exact is wat ik doe, ter plekke een zin verzinnen en hardop uiten op een of ander sociaal medium waar ik me toevallig op dat moment bevind.

Ten derde merk ik dat ik me naar afspraken toe moet slepen en dolblij ben dat deze dagen in mijn agenda vrij leeg zijn. Het autogebeuren was een extra in mijn agenda dat maar amper gebolwerkt kon worden omdat ik overvol was en ben. In mijn hoofd dan. Niet in de agendatechnische zin.

Eergisteren (gisteren schreef ik, maar het was echt eergisteren) had ik om drie uur een afspraak (om duistere redenen verscheen hier het woord 'opdracht', gecorrigeerd nu), waarvoor ik omstreeks half  twee de deur uit wou gaan. Die afspraak nakomen was lastig. Ik was pas rond half elf wakker geworden, voelde me niet bepaald fit. Moest mezelf echt dwingen om op te staan van achter mijn laptop en de reis te aanvaarden.

Dat was eergisteren. Vandaag was er om half twee een afspraak, was ik wederom om half elf pas wakker en moest ik me om een uur zelfs nog aankleden. De afspraak was dit keer dicht bij huis en weinig belastend en van korte duur.
Ik dacht vanmorgen bij het ontwaken dat het nu vandaag wel weer ging met de overprikkeling. Maar dat was helemaal niet het geval.

Ik las mijzelf weer korte zinnen tikken. Ik zag mijzelf weer blijven zitten nadat ik water opgezet had om thee te maken en dat water aangegeven had dat het kookte (nou ja, de waterkoker gaf het aan).
Ik merkte het toen ik pas na een tijdje merkte dat mijn partner al een poos bezig was met het eten voor deze avond koken. Ik ben nog steeds enorm overprikkeld.

En waarom ga je dan niet weg bij die computer zou je je af kunnen vragen. Geeft die niet extra prikkels?
Ja en nee.
Ja, uiteraard, elke input via een beeldscherm is een prikkel. Alles wat ik lees kan duizenden associaties oproepen en me dus wederom prikkels bezorgen.
Toch overheerst nee.
Want wat de computer me biedt is een afgebakende wereld. Niet groter dan de stoel waar ik op zit en het scherm dat ik voor me zie.
En de computer biedt me veiligheid. Ik bepaal zelf wat ik wel of niet doe en kan alleen zelf zorgen voor teveel prikkels door de verkeerde dingen te gaan lezen. Ik kan kiezen voor de plek die me op dat moment het beste bevalt en hoef me weinig aan te trekken van de andere tabbladen die open staan. Ik bepaal. Niemand anders. Dat geeft een gevoel van rust.
En wat ook een groot voordeel is is dat ik nu in staat ben, na een paar dagen overprikkeling, om alles wat er in me rondborrelt en nog naar een eindpunt zocht, om te zetten in tekst die ergens over gaat. Deze tekst is er een voorbeeld van. Ik tikte er al meer de afgelopen dagen. Op diverse plekken. Ook in rechtstreekse berichten.
Een mail werkt ook prima als ik overprikkeld ben.

En wat totaal niet goed gaat? Schrijven in een chat met een persoon die om mijn aandacht verlegen zit.
Ik moet in overprikkelde toestand geen 1 op 1 gesprekken met vriendinnen die me nodig hebben aangaan. Ik reageer volkomen gevoelloos.
Ik zie het mezelf doen, maar kan mezelf niet 'aan' zetten. Het blijft gevoelloos. Ik heb geen ruimte om me in te leven in de (over?)gevoeligheden van anderen. Ik voel zelf amper wat ik voel. De afgelopen dagen had ik af en toe wat 'doorbraaktranen' die me in contact brachten met mijn diepste gevoelens, waar ik in overprikkelde toestand ruimte voor moet maken, maar juist niet kan.

Ik zoek het daarom af en toe op. Zing bewust mee met muziek die van alles losroept en ga vol mee in de tranen die opborrelen. Kijk bewust een tranentrekkende film en ga vol mee in de eigen emotie die opborrelt bij een gevoelige scène. En ik lees of herlees teksten waarvan ik weet dat ze mijn tranen kunnen bereiken.

Want gek genoeg helpen tranen om sneller uit de overprikkeldheid te kunnen treden. Tranen wrikken los wat vastzit als ik overprikkeld ben.
Teveel emoties in mijn lijf veroorzaken overprikkeling. Iets van die emoties los laten via (opgewekte (haha hoe dubbel!)) tranen, helpt me om iets meer te voelen van wat er nog naar buiten moet komen om weer verder te kunnen.

Ik doe in overprikkelde toestand niet heel veel. Maar wel heel nuttige dingen. Ik denk diep na, heel diep. En uit de diepte borrelen nuttige dingen op. Wijsheden waar ik mee verder kan. Gevoelens die me leren wat ik nodig heb.

Het is een kwetsbare fase, overprikkeld zijn. Omdat mijn beschermlaag dik lijkt en toch dun is. Er hoeft maar 1 vriendelijke blik, 1 goedgekozen woord, 1 juist gebaar mijn kant op te komen en ik ben in tranen. Totaal overstuur. Niet te houden.
En dat terwijl ik ongevoelig en onbereikbaar lijk voor wie me hier nu ziet tikken achter mijn laptop. Pokerface. Concentratie. Focus op het scherm en geen oor voor welk woord dan ook dat mijn richting op komt. Tot het het juiste woord is. Dan stort ik in.
Overprikkeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten