vrijdag 11 oktober 2019

Glijdende schalen

Twee dagen geleden schreef ik in volledige overprikkeling (nou ja, het hoogtepunt was net voorbij, ik ging alweer de goede kant op) een tekst over overprikkeling.
Vandaag schreef ik een tekst over wachten.

En hoewel het een en het ander los van elkaar bestaan zie ik intussen ook een verband en dat lijkt me de moeite van het benoemen en beschrijven waard.

Ik hou enorm van analyseren. Het is mijn liefste bezigheid, omdat het verveling tegengaat, omdat het me iets te doen geeft en ook omdat het me inzichten biedt die ik zonder mijn oneindige analyses nooit verworven zou hebben.
Analyseren van mijn eigen innerlijke denkprocessen is dan ook een dagelijkse activiteit waar ik me al zolang als ik me heugen kan onledig mee hou.
Ik denk na over wat ik denk, opdat wat ik denk voor mij in ieder geval logisch consistent blijft en ik me er een voorstelling van maken kan die me taal geeft om er ook met anderen over te kunnen communiceren op een wijze die hen en mij iets bieden kan dat alleen en uitsluitend door mijn grondige analyseren naar buiten kon komen.
Ik word blij van mijn eigen analytisch vermogen. En merk vaak dat anderen mijn degelijke zelfanalyses herkennen in hun eigen denken over zichzelf. Dat maakt dat ik meen dat ik ook wel enige opmerkingen kan maken die mijn persoonlijke ervaringen naar het niveau 'dit kan voor meer mensen met autisme gelden' kan tillen.

Ik ontdekte de afgelopen dagen dat er een zekere opheldering in mijn hoofd plaatsvond. Waar ik vorige week enorm veel te doen had en afgelopen zaterdag enorm veel (deels nieuwe) informatie tot me nam was het logisch dat zondag een bijkomdag zou worden. Ik had niet gerekend op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag als extra bijkomdagen.
Maar dat kan gebeuren, soms schat je bezigheden als minder belastend in dan ze blijken te zijn. En de bijkomende omstandigheden van een niet volgens plan verlopen terugreis joegen me totaal over mijn ingeschatte taks van haalbaarheid, dus dat de bijkomtijd langer was leek achteraf bezien logisch.

Toch zie ik nu ik schreef over wachten nog een factor die ik over het hoofd gezien had. De factor wachten. Ik wacht namelijk al geruime tijd op een aantal zaken. Die zijn voor dit verband niet relevant, maar slokken wel energie op en maken mijn overschot tot een klein tekort.

Ik begin nu een glijdende schaal waar te nemen in mijzelf.

Fase 1 is de fase waarin ik optimaal functioneer. Niets aan de hand, ik kan de hele wereld aan, zelfs nieuwe ervaringen en bezigheden heb ik ruimte voor.

Fase 2 is de fase waarin ik mijn agenda vol zie stromen. Nog niet veel aan de hand, maar wel in de gaten houden dat er ruimte blijft om bij te komen. Dit is een sterk aandachtspunt om alles goed vol te kunnen houden.

Fase 3 is de fase waarin mijn zorgvuldige plan van aanpak om problemen te voorkomen verstoord raakt door ongeplande activiteiten die noodzakelijk zijn om toe te voegen. Nu is bijkomtijd essentieel, maar is daar amper ruimte voor.

Fase 4 is de fase waarin naast een overload aan bezigheden, deels gepland, deels ongepland, een overvolle agenda met weinig bijkomtijd nog aangevuld wordt met het fenomeen wachten.
Dit wachten kan ook in fase 3 al een rol spelen en maakt fase 3 dan automatisch al tot fase 4. Wachten is namelijk een stressfactor.

Fase 5 is de fase waarin een al dan niet geplande bijkomdag zich onverhoopt vult met noodzakelijke ongeplande bezigheden. Nu is definitief de naderende overprikkeling omgezet in definitieve overprikkeling die nogal wat ruimte zal gaan vragen om weer te verdwijnen.

Fase 6 is de fase waarin de dagen verglijden en tijdloos lijken te zijn, omdat overleven de enige mogelijkheid nog is. Nu is overprikkeling in het stadium dat 'help' roepen te zwaar is en 'stop' zeggen onmogelijk, terwijl juist die twee woorden de status quo goed weergeven. Er zou help en stop moeten klinken, opdat iemand hulp kan bieden of de ingezette activiteiten stop kan helpen zetten.

Fase 7 is de fase waarin er langzamerhand wat ademruimte ontstaat, omdat door extra uren slaap en zo min mogelijk bezigheden de overprikkeling af begint te nemen.

Fase 8 is de fase waarin vanuit de ontstane ademruimte weer langzaam het voelen haar intrede doet en er daardoor weer nieuwe overprikkeling kan dreigen, die afgewend kan worden door de gevoelens toe te laten en te voelen en voorzover mogelijk om te zetten in geschreven tekst, zodat de voellast buiten het eigen hoofd kan komen te liggen. Letterlijk, geschreven tekst kun je immers 'naast je neerleggen'.

Fase 9 is de fase waarin het wachten dat fase 3 in fase 4 liet overgaan weer ervaren kan worden als een belastend element dat de overprikkeling versnelde en verhevigde en verlengde.
Deze fase is de fase van hernieuwd inzicht over het eigen functioneren. Oude inzichten borrelen weer naar boven, kennis wordt weer van passieve kennis parate kennis en er komt meer lucht in het analytisch denkvermogen. De lucht klaart op.

Fase 10 is de fase waarin de afwachtende gelatenheid definitief achtergelaten kan worden en er weer ruimte ontstaat om nieuwe dingen toe te laten. Niet in een te snel tempo, want een terugval naar een eerdere fase dreigt nog.

En als die cyclus geheel doorlopen is (een tijdspad is er niet voor aan te geven, dit kan gaan over vele maanden, vele weken, een paar dagen of slechts een paar uur) komt er weer ruimte voor de volgende cyclus.

Het is mogelijk om fase 1 en fase 2 voort te laten duren. Maar vaak is daarvoor nodig dat fase 3 tot en met 10 heel snel via analyse doorlopen worden.
Dat vergt denkwerk.
Dat kost energie.
En komt er teveel fase 3 om de hoek kijken dan is het vrijwel onontkoombaar dat de vervolgfases veel tijd in beslag gaan nemen.

Ik ben zeer benieuwd naar jullie reacties op deze tekst!
Herkent iemand zich in deze beschrijving? Heb je aanvullingen vanuit je eigen ervaringen? Opmerkingen ter verbetering van mijn zelfanalyse?
Ik zie er naar uit! (bevind me intussen in fase 10)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten