zondag 15 juni 2014

Brood en spelen

Het woord dat klinkt als bepaalde sporten beoefend worden is zwaar afhankelijk van de sport die beoefend of ook wel bekeken wordt door de beoefenaar of observeerder van deszelves. Dat woord kan welluidend optimistisch en weldoordacht van toon zijn, anderszins kan het eveneens zonder enige moeite een gans andere kant op gaan en klinken alsof het laatste oordeel plaatsvindt uitgevoerd door de tegenstander die geen sportieve tegenstrever meer zijn kan en in de duivel veranderd lijkt te zijn met diens helpers om zich heen. Het is merkwaardig hoe weldenkende mensen dan toch nog van mening kunnen zijn dat sport iets zou zijn dat meer universeel van betekenis en waarde is dan godsdiensten dat zijn kunnen.
Uiteraard, het is waar, de regels van een sport wijzigen zich niet als die sport op andere continenten beoefend wordt. En het is eveneens ontegenzeggelijk waar dat waar de sport in vrije tijd en voorafgaand aan het competitieverband beoefend wordt, deze een functie hebben kan die vreemdelingen tot vrienden smeedt, die verschillen overbrugt en een gevoel van saamhorigheid teweegbrengen kan.
Echter, op het moment dat er competitie en de behoefte aan een ontegenzeggelijke winnaar ontstaat is het zeer onvoorspelbaar hoe het effect zal zijn op de deelnemers en waarnemers.

Waarin verschilt sport wezenlijk van religie? Niet in de regels van het spel, elke religie kent regels en een spel. Niet in het enthousiasme van de deelnemers, elke religie kent fanatici en ongeïnteresseerden. Niet in de wereldgelijkvormigheid, elke religie kent elementen die aansluiten bij de tijdgeest van dat moment. Niet in de mate van energie, elke religie kost inspanning en oefening. Niet in de winst, elke religie levert de deelnemer en zelfs de toeschouwer veel op.
Waarin dan wel?
In de kern van de zaak.

Sport dient geen ander doel dan brood en spelen te bieden hebben, hoezeer er ook normen en waarden en zinvolle nevenelementen uit te destilleren zijn. Religie daarentegen, heeft tot doel brood en spelen te overstijgen op een dusdanige wijze dat de mens beseffen gaat dat brood en spelen hen houden op het niveau waarop deze zich bevindt, zonder enige mogelijkheid tot verandering, aangezien een topsporter op enig moment de top niet meer halen zal en derhalve een minder begerenswaardige positie in zal nemen dan waar naar gestreefd werd ten tijde van het starten met het beoefenen van de sport. Een mens die religie tot sport verheft, danwel zonder sport religie centraal stelt in het leven, zal in staat zijn boven zichzelf uit te stijgen tot op hoge leeftijd, tot op het sterfbed en afhankelijk van de religie tot ver daarna.
Is sport daarmee onzinnig of verwerpelijk te noemen? Geenszins, het kan het voorportaal blijken te zijn voor velen die hunkeren naar een bestaan dat hen ervan verzekert dat ook bij falende sportprestaties er een plek is te vinden waar vervulling voor de ziel beoefend en gevonden kan worden, op een wijze die brood en spelen te boven gaat.
Vele wegen leiden naar Rome.
Zoekt en je zult vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten