"Driewerf hoera voor de gesproken woorden", zo klonk het uit de monden
van de menigte die de spreker had horen zeggen wat ze zelf niet hadden
durven denken.
"Driewerf hoera!"
En daar gingen alle handen in de lucht en klonk tot driemaal toe het
luidkeels geroepen hoera, hoera, hoera. Bij elke volgende keer kwam er
meer kracht in de klank, gingen de armen nog enthousiaster omhoog en
werd er meer saamhorigheid gevoeld.
Door de menigte althans.
De spreker stond nog bij te komen van wat zopas onder woorden gebracht
was en toch wel van ver had moeten komen en moed gevergd had en lef
gekost had en inspannend geweest was en weliswaar juist onder woorden
gebracht en inhoudelijk correct geweest was maar eveneens een harde
waarheid had laten klinken die de menigte bereikt had maar waar het de
vraag van was of de menigte de diepe impact van de boodschap ook
meegekregen had en er dat mee doen zou wat er mee gedaan zou moeten
worden als de boodschap werkelijk serieus genomen zou worden.
Het hoera was oorverdovend; de stilte die volgde onopgemerkt door de
menigte, maar in de oren van de spreker voelbaar als hamerslagen op een
aambeeld, knal na knal sloeg diep naar binnen en deed de spreker
aarzelen over de betekenis van het geuite hoera, tot driemaal toe maar
liefst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten