dinsdag 2 juni 2015

Vast flexibel

Spullen hebben plekken die passen en ongepaste plekken. 
Ongepast kan zijn dat ze simpelweg te groot zijn voor de plek waar ze zich bevinden. Ongepast kan ook zijn dat ze zich bevinden op plekken waar andere dingen of eenvoudige leegte beter op zijn plek zou zijn. 
Op zichzelf geen probleem. De spullen zijn verplaatsbaar naar gepaste plekken. Op maat. Exact geschikt voor die specifieke spullen. 

Meestal staan we niet stil bij dergelijke dingen. Pas in het uitzonderlijke geval dat de hoeveelheid ongepaste spullen groter is dan de gebruikelijke hoeveelheid begint er inwendig een reactie te ontstaan. Variƫrend van 'wat een rommel', tot 'ik ga eens opruimen', gemengd met 'wie laat dat daar nou slingeren!' en 'waarom moet ik het altijd doen!' en ook nog wel aangevuld met 'laat maar liggen' of 'ik negeer het' en incidenteel kan nog langskomen 'ik denk er voortdurend aan, waarom doe ik er niets aan?' of nog complexer 'ik zou willen dat ik nu opstond en het aanpakte, maar ik blijf zitten en heb er last van, waarom zit ik mijzelf hier in de weg te zitten als ik er toch duidelijk last van heb?'


De inwendige reacties vergen ruimte. Inwendige ongepaste ruimte. Ongepast, want het is meer dan inwendig te verteren is en vult het hele denken. Ongepast, want het behoort niet gedacht te hoeven worden als er tijdig ingegrepen is.

Het merkwaardige verschijnsel doet zich voor dat naarmate de spullen beter op zijn plek komen de ergenissen over de ongepaste spullen toe schijnen te nemen. En naarmate de ergernissen toenemen neemt het vermogen af om die ongepaste spullen hun gepaste plek toe te wijzen. En zo houdt het probleem zichzelf in stand en maakt de oplossing het probleem in zekere zin erger. 


Klinkt onlogisch?
Ja, dat denk ik nou ook altijd.
Temidden van rommel die maar toe lijkt te nemen, juist daar waar de opruimacties ook toenemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten