zaterdag 21 juli 2018

Bubblegum

Ik heb het nooit gekund, van die ronde bellen blazen met een stukje kauwgom in mijn mond. Klapkauwgum noemden we dat toen. Kauwgum die in je gezicht uit elkaar kon klappen als je er een grote bel van blies.
Het heette anders, het heette met een engels woord 'bubblegum'. Een grappig woord in essentie, grappig in de huidige tijd.

We leven in een bubbel. Ieder in zijn eigen bubbel. Een luchtbel waarbinnen alles glimt en glanst en ons vertrouwenwekkend toelacht. De sfeer is opgeklopt en kunstmatig, maar wij wanen ons in een gouden wereld vol veilige vertrouwdheid, waarin alles is zoals het is en doet wat het behoort te doen en alles klopt omdat het klopt.
Die wereld kan zomaar uitgegumd worden. Als de stroom uitvalt bijvoorbeeld. Of als je telefoon buiten bereik van een signaal is. Of wanneer je apparatuur het begeeft en een reparatie nodig heeft.
Dan is de bubbel geknapt, leef je ineens buiten de bubbel.

Ik heb het nooit gekund, bellen blazen.
Ik kan het nog steeds niet, bellen blazen.
Ook niet in de huidige wereld.

Ik voel me er ongemakkelijk bij. Heb dan het idee dat er van alles is dat ik niet zien kan, omdat ik gevangen zit in een bubbel van gelijkvormigheid en eenstemmigheid en schijnharmonie omdat iedereen het eens lijkt te zijn en die mening in andere bewoordingen nog maar eens fijn herhaalt tegen iemand die dezelfde mening al is toegedaan, er slechts andere woorden voor koos.
De uniciteit van ieder mens wordt geweld aangedaan in de bubbel. De mogelijkheden buiten de bubbel worden eenstemmig ontkend door het koor van gelijkluidende stemmen, dat hooguit een harmonieuze vierstemmigheid horen laat, die uiteindelijk hetzelfde verwoorden op hoge of lage toon.

Ik hield wel van kauwgum, maar vond Stimorol de betere soort. Die was niet bedoeld om bellen te blazen en had in zijn klank iets vriendelijk stimulerends dat me wel aansprak, taalgevoelig als ik ben.
De bubblegum was niet alleen vanwege de bel die je er mee kon blazen niet naar mijn smaak, het ws ook vanwege de zoete smaak die me niet bepaald kon bekoren. Ik ben geen zoetekauw, al eet ik net als iedereen genoeg zoetigheid. Niet als zoethoudertjes, daar ben ik niet voor in de wieg gelegd, meer als hersenvoedsel om mijn emoties in toom te kunnen houden en mijn hersens helder.
Kauwen op kauwgom helpt daar ook bij. Heel nuttig als je op een lange rit de concentratie wilt behouden. Kauwen houdt je scherp. Kauwen op iets dat je wil zoethouden en tot bellen blazen aanzet helpt vooral bij het in stand houden van de wereld die je behaaglijk om je heen zet. De warme deken van geborgenheid, de warme douche van genegenheid. Warmte geeft ook een bubbel. De schijnbubbel dat iedereen op aarde veilig en vrolijk is, omdat de zon schijnt.
De schijnbubbel dat iedereen om je heen vriendelijk en betrouwbaar is, omdat de zon schijnt en iedereen glimlacht en vrolijke kleuren draagt.

Bubblegum is niet iets om naar te verlangen. Het is eerder te vermijden.

Wat ik liever zoek is een wereld zonder bubbels, een wereld waarin je iets te kauwen hebt dat je hersens laat kraken op een gezonde manier, een manier die je nieuwsgierigheid aanwakkert en je oproept om de wereld eens van een andere kant te bekijken.
Nieuwe dingen laten zich vooral bij toeval vinden. De bubbel waarin we tegenwoordig gevangen zitten biedt ons alleen maar meer van hetzelfde, houdt ons voor ogen dat we omdat we iets ooit een keer deden of zeiden of aanschaften we het voortaan altijd willen doen of zeggen of bezitten.
Er was ooit een reclame die dat bestreed. "Been there, seen that, done that" was de kreet. Waarna je het aangeprezen product moest omhelzen, want dat was natuurlijk totaal anders.
Zo'n reclame heeft maar één keer zin. Na de eerste geblazen bel knalt het hele idee uit elkaar. Want voor dat product geldt dan ook "been there, seen that, done that".
Ook dat principe is inmiddels begrepen en benut in een reclame. Dit keer voor een nieuwe auto. Iemand heeft besloten geen nieuwe auto te kopen die hij ziet staan. "Enkele uren later keerde hij terug, want nu was de auto niet nieuw meer".
Tsja. De bubblegum blijft zich herhalen, want van zoet hebben mensen blijkbaar nooit genoeg.

Eerst het zuur, dan het zoet, was ooit een kreet in de politiek. Het zoet omringt ons. Overal waar we kijken is het. Een bubbel. Een wenteling en de bubbel knapt.

Doe mij maar Stimorol. (en nee, dat is geen reclame, en nee, ik heb geen aandelen)

woensdag 18 juli 2018

Het nut van gesloten vragen communicatie


Communicatie is en blijft een ingewikkeld iets. 

Voor alle mensen. Vooral als het schriftelijk moet (we menen zoveel te snappen uit de non-verbale communicatie dat we zelfs gaan denken dat we op grond van geschreven teksten gevoelens kunnen duiden......).
In een autistisch brein zijn er heel logische oplossingen gevonden voor het probleem van communicatie die ingewikkeld is. 

Er is een vereenvoudigend systeem ontworpen in onze hoofden (ook het mijne, daarom weet ik het) waarin nuances door nader onderzoek bepaald worden. 

Dat levert het fijnmazige systeem op van:
Gesloten vraag stellen. Antwoord krijgen. 
Nieuwe gesloten vraag stellen. Antwoord krijgen. 
Nog een specifiekere gesloten vraag stellen. Antwoord krijgen. 
Algemene checkvraag stellen. Antwoord krijgen. 
Nog een verbijzonderings gesloten vraag stellen. Antwoord krijgen.
Een voorlopige conclusie trekken en die checken. Antwoord krijgen.
Tevreden het gesprek op een ander thema kunnen laten overgaan.


Dit is echter niet hoe mensen zonder autisme communiceren. 
Die zijn meer van trial and error.
Dus gokken dat ze met een open vraag een goede reactie krijgen. 
Kiezen op grond van het antwoord op die open vraag hun visie op de onderhavige kwestie. 
En gaan over naar het volgende punt. 
In de VERONDERSTELLING dat beide partijen nu over exact dezelfde informatie beschikken.
Tijdens praten over het volgende punt blijkt echter dat er toch een vergissing plaats heeft gevonden en ontstaat de eerste spraakverwarring. 
Wordt die niet opgemerkt, dan zal het een geheel eigen leven gaan leiden en zijn mensen zonder autisme in staat om volkomen van elkaar af te drijven in hun gesprek dat door henzelf ervaren wordt als 'begrijpen wat de ander zegt en bedoelt'.

Ziet een autist iets dergelijks plaatsvinden, dan kan het zomaar dat er gesloten vragen op de gesprekspartners afgevuurd gaan worden.......let wel, ter verduidelijking van een gesignaleerd communicatieprobleem!