zondag 23 november 2014

Anders

Het paard verkeerde in hogere regionen, daar waar de rook om je hoofd niet wil verdwijnen en keek de diepte in. Het was een steile helling die te slechten was, uitkomend op een smalle steeg die afgesloten was met een houten deur. Deze kant leek niet verstandig. Draaien dan maar in een andere richting. Een witte balk hing uit de witte muur die de achterkant vormde van het pand. Hier leek meer ruimte te zijn, een ruime tuin was er te zien. Maar ommuurd. Ook dit leek geen uitkomst te bieden. Dan de derde kant maar eens bezien. Hier blokkeerde een toren van kratten het pad. Eén kant bleef over. De voorkant. Een risico. Want daar naar beneden gaan betekende gezien worden.
Het paard waagde de sprong en landde midden op de straat. Het was stil op straat. Zoals gewoonlijk op de late avond.

Het paard galoppeerde er vandoor. De beweging voelde vertrouwd. Het lijf was krachtig en bewoog in de ruimte alsof het nooit anders gedaan had. Vrijheid tegemoet.

zondag 16 november 2014

Silence is golden, but my eyes still see

Vele vormen van geweld, ik noem ze niet, want iedereen is ermee bekend.  Die ene vorm van geweld, die misschien wel het meest dodelijk is, is de vorm waar dit schrijven over gaat. 

Op vele momenten in mijn leven werd ik ermee geconfronteerd.
Terugkijkend denk ik dat het in veel gevallen niet zozeer ingezet werd als bewuste geweldshandeling, integendeel, in sommige zoniet alle gevallen was het ook een vorm van voorkomen van andere geweldshandelingen. Toch is het in mijn leven een dodelijke en diep doordringende vorm geweest, die me gevormd heeft tot de pratende persoon die ik ben. Want, zo ervoer ik, als je ophoudt met praten is alles verloren, is er geen contact meer mogelijk, is er slechts een zwijgende muur waar je keihard tegenaan knalt, zonder dat je beseft dat het niet de muur is die je een knal verkoopt, maar de stilte waar de muur uit opgebouwd is. 
Stilte is er in soorten en maten. Je hebt het weldadige zwijgen, de momenten waarop twee zielen zo samensmelten dat woorden eerder afbreuk zouden doen aan dat gevoel, dan er iets aan toe zouden voegen. Die stiltes kunnen niet lang genoeg duren. Ze kennen, hoe kort ook, in zichzelf al een oneindigheid, omdat ze alle muren weg doen vallen die er tussen mensen kunnen bestaan. Taalbarrières worden er mee overwonnen, communicatieverschillen eveneens en ook de mate waarin geluid al dan niet verdragen wordt is ineens geen punt meer. Al met al is de stilte van het weldadige zwijgen een gezegende toestand van zijn. Twee zielen, in volkomen harmonie samen. Als de zee die haar golven op en neer laat gaan, als de vogel die zijn vleugels de ruimte geeft om door de wind gedragen te worden, als de boom, die ruisend gebladerte laat horen op een zwoele zomeravond. 

Dan is er het ongemakkelijke zwijgen. De stilte waarbij je je afvraagt wat je eens doen of zeggen zult, terwijl de ander dat vermoedelijk op dat moment ook denkt. Die stiltes zijn draaglijk, al zijn ze in geringe mate lastig en kunnen ze een ongehaaglijk gevoel oproepen. Het zijn de stiltes als het beuken van de golven op de kust, waarbij je je afvraagt of de dijk door zal breken of stand gaat houden. Het zijn de stiltes als van de vogel die tegen de wind in worstelt en niet duidelijk is of neerstorten of doorvliegen de uitkomst zijn zal. Het is de stilte als van een boom die staat te kraken in een herfststorm waarvan nog niet duidelijk is of het slechts bladerverlies dan wel brekende takken of zelfs algehele neerstorting van de boom zal betekenen. 
Zwijgen in afwachting van de dingen die komen kunnen of gaan zullen. 

Als de stilte voortduurt kan de ongemakkelijke zwijgende ontmoeting overgaan in de gewelddadige vorm ervan, de stilte die contact onmogelijk maakt. Die stilte is de meest gruwelijke vorm. De stilte die een vraag onbeantwoord in de lucht laat hangen. De stilte die een verwijt onuitgesproken laat. De stilte die een vermoeden dreigt te bevestigen. De stilte die wanhoop bij de een en onmacht bij de ander uitdrukt, tenminste, als het de onopzettelijke variant betreft. Het kan nog erger, als de zwijger de stilte bewust benut om de spreker tot wanhoop te drijven. Een nuttige methode als de zwijger door heftige ondervraging zich gemarteld weet, maar op het moment van normale menselijke interactie een methode die de zwijger tot geweldenaar maakt en de spreker tot willoos bijverschijnsel van een zwijgende situatie die niet opgelost schijnt te kunnen worden door het verbreken van de stilte. 
Dan is het als de zee die over het land spoelt en alles in zijn gang meevoert, goed en slecht, bedoeld en onbedoeld, alles samengevloeid in een zee van stilte. Dan is het als de vogel die de wind niet langer bevechten kan en van koers raakt en ter aarde stort of tegen muren aanvliegt waar een raam geen opening bood, maar slechts een glazen wand was. Dan is het als de boom die met wortel en al uit de grond gerukt ter aarde stort, met donderend geraas om vanaf dan er eeuwig het zwijgen toe te doen. 

Wat mij nu verwondert is dat degene die de stilte hanteert veelal niet bewust lijkt te zijn van de effecten van de stilte op de luisteraar naar diezelfde stilte. Wanneer de zwijger het welbewust benut is dat een complete farce, het doel is immers de ander tot zwijgen te brengen door zelf te zwijgen. Doodzwijgen is niet voor niets een uitdrukking in onze taal. Wanneer de zwijger echter door eigen onvermogen niet in staat is te spreken komt het over als een gewelddadige handeling die ontkend wordt door de benutter ervan. Ik ken mensen die werkelijk niet in staat zijn tot spreken in bepaalde omstandigheden. Die mensen hebben veelal te kampen met een soort van kortsluiting in hun communicatieve vermogens op dat moment. Heel zelden kan ik mezelf tot die mensen rekenen, maar ik ben er in mijn leven zo vaak en zo diep door geraakt dat anderen mij slechts met zwijgen antwoordden dat ik mezelf heb aangeleerd altijd op de een of andere wijze aan te geven dat ik niet in staat ben tot communiceren, hoe graag ik het op dat moment ook juist wil. Het is een vreemde paradox waarin ik me op dergelijke momenten bevind. De innerlijke behoefte voelen compleet te zwijgen en toch mezelf ertoe moeten zette die noodzakelijke stilte op de een of andere wijze te doorbreken terwille van het voorkomen van het verworden tot een zwijgende geweldenaar. Ik haat geweld. Of het nu tegen mij gericht is of dat ik het op anderen richt. Het strookt niet met wie ik ben en wie ik wil zijn. 
Zwijgen is het ontbreken van mogelijkheden tot het leggen van contact. Het is niet voor niets dat de bijbel als allereerste handeling beschrijft dat God sprak. Hij zweeg niet, hij sprak. Want pas waar er gesproken wordt kan er sprake zijn van contact en interactie. Waar het Woord mag klinken kan de stilte weldadig worden. De paradox die leven heet. 
De zee getuigt ervan met eb en vloed, de vogel toont het ons door de zwaartekracht te trotseren, de boom laat het zien door in weer en wind een baken van rust te blijven zijn, zuurstof verlenend aan een wereld die zonder lucht niet kan bestaan. Taal is nodig, taal is nuttig, omdat taal het zwijgen dat doodt verbreken kan. 
Zwijg zoveel je wilt, maar spreek als de situatie daarom vraagt.