maandag 29 september 2014

Gedachtenexperiment

Op een dag over pakweg een jaar of vijfendertig komt een dame aan de deur van een groot gebouw. Ze loopt binnen, meldt zich bij de balie bij de deskrobot die haar al had waargenomen door de gepantserde deur van matglas, laat haar pols zien die gescand wordt en krijgt een toegangscode ingefluisterd. Ze neemt die over in haar gehoorbril die op kan nemen door even te wrijven aan de linkerpoot vlak naast het glas dat haar zicht niet alleen verbetert, maar eveneens haar in staat stelt de plattegrond van het gebouw dat ze net betreden heeft in beeld te krijgen. Bij elke deur die ze op haar route passeert kan ze nu volstaan met een tiptoetsgebaar op het mini-knopje dat zich exact op de hoek van haar montuur bevindt, waarna de gefluisterde code hardop uitgesproken zal worden en de deuren automatisch voor haar open zullen schuiven. 

De dame begint haar tocht door het gebouw. Ditmaal lopend, want ze heeft haar pas voor rollend vervoer abusievelijk in haar andere tas laten zitten die ze nodig had toen ze haar werk gisteren verliet na gedane arbeid die haar momenteel nog maar vijftien uur per week kost en in haar geval aaneengesloten omdat ze houdt van opschieten. Helaas is haar haast zich nu tegen haar gaan keren, ze moet lopen door het grote gebouw. 

De route brengt haar langs blinde muren met schermen die suggereren dat ze in de openlucht rondwandelt. De beelden bevallen haar niet. Natuur is aan haar niet besteed nu ze er in haar baan dagelijks mee geconfronteerd wordt. Het groen hangt haar de keel uit en ze drukt op de rechterzijde van haar bril waardoor de kijkkleur verandert in rood. Dat geeft haar stemming beter weer. Ze is kwaad en iedereen mag het weten. De beelden verwisselt ze in de derde gang eveneens, door bij binnenkomst van de gang de gewenste stemming toe te voegen aan het paneel dat naast de nu opengeschoven deur hangt. Het natuurlijke beeld verandert in stedelijke bebouwing, zonder sprietje groen. Ze zet haar rode filter weer uit en wordt gaandeweg kalmer van de muren die ze passeert. Geen mens te zien. Het is stil in de gang. Eveneens haar eigen keuze, want de muzakkeuzes die haar geboden werden maakten de woede waar ze mee rondloopt slechts groter. Ze is onderweg naar de reden van haar woede. Degene die ze er voor verantwoordelijk houdt. Onder zijn regie is er het nodige veranderd en het bevalt haar totaal niet. 

De laatste gang die ze slecht is onverwacht vol. Een robot passeert haar, een andere komt haar tegemoet, beide gaan om haar heen alsof ze lucht is en ze voelt haar woede weer terugkeren. 
Dan bereikt ze de deur waar ze naar op weg is. Een gepantserde deur. De code laat haar binnen. Ze haalt het voorwerp uit haar tas dat ze meegenomen had en legt het op de salontafel. Een woord dat haar te binnen schiet als ze de gevlamde nephouten bak op poten ziet staan, die een kopje thee bevat en een kladblok met potlood ernaast. De man die bij de tafel hangt in een volautomatische stoel die hem in een min of meer zittende positie houdt kijkt op in haar richting met ogen die nauwelijks iets lijken te ontwaren achter de dikke brillenglazen. Ze ziet het aan zonder enige emotie. 

"Hallo dame" weet de man uit te brengen. Ze kan het niet opbrengen de groet te beantwoorden en raffelt haar ingestudeerde tekst af: "Is dit nu de bedoeling geweest? Een onpersoonlijk gebouw waar alleen maar mensen wonen die niets anders meer kunnen dan rondhangen? Verzorgd door voorwerpen die geen verzorgende kwaliteiten maar de juiste programmatuur hebben? Robotica in niemandsland? Bevalt het? Ik kan het me niet voorstellen, maar het was wel waar u op aanstuurde indertijd. Personeel in de zorg was overbodig. Zorg was overbodig. Mensen moesten participeren in de participatiemaatschappij. Mensen moesten werken voor hun geld. Uitkeringen waren nonsens. Werk was er genoeg immers? Het resultaat is deze situatie. Dit gebouw. Onpersoonlijkheid als norm." Ze stopt abrupt als ze ziet dat er over de wang van de man een traan naar beneden rolt. Ze is verbaasd. Even van haar stuk. En in die secondes hoort ze de man zeggen: "Ik wist het niet."



De geschiedenis herhaalt zich, beweren mensen al eeuwenlang in verschillende bewoordingen. We leren niets bij, beweren mensen al decennia lang. 
De jeugd heeft de toekomst, zeggen we tegen elkaar. 

En het nu is alles wat telt...........