dinsdag 24 maart 2020

Vogels vliegen van......naar......

Sinds een paar dagen valt het me meer en meer op hoe aanwezig de vogels zijn in deze eerste lentedagen.
Ze vertonen zich veelvuldig en onbevangener dan ooit.

Ik woon in een huis met een tuin en had al vele jaren gezien hoe er in mijn tuin vogels nestelen en op zonnige warme dagen als de buitendeur openstond waagden ze zich zelfs weleens binnen om te kijken of er iets te knabbelen op de keukenvloer lag.
Maar dat waren de normale veel voorkomende vogels. In mijn tuin zijn dat merels, huismussen, een roodborstje, een winterkoninkje en koolmezen. De merels zijn het meest thuis. Ook omdat ze in de tuin geboren zijn en elk jaar weer een nieuwe nestplek zoeken en vinden en hun nageslacht ook in de tuin voortbrengen.

Maar vandaag zag ik toen ik me verplaatste tussen huis en supermarkt en weer naar huis een buizerd over een erf vliegen. Zo laag en wijdgevleugeld had ik er nog nooit een van zo dichtbij gezien. Ze zitten weleens op een paal in een van de vele velden waar ik langsrij, maar zelden zie ik ze vliegen. En al helemaal niet zo dat het voelt alsof ik hem aan kan raken.
Ik reed in een open cabrio en het had voor mijn gevoel letterlijk gekund.

En vanavond bij het ondergaan van de zon vertoonde in de boom waar ik op uitkijk een grote bonte specht zich!
Dat verschijnsel, vogels die normaalgesproken schuwer zijn en zich zelden vertonen op zeer nabije afstand van mensen, is een nieuwe ervaring.
En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de genomen maatregelen rondom het Coronavirus zorgen voor deze fascinerende opleving van de waarneming van vogels.

Heb je ook dergelijke dingen waargenomen?
Deel het vooral onder deze blog.

Laten we hier een goed nieuws over de natuur bulletin van maken!

Want goed nieuws is er nooit genoeg.
En wat is beter nieuws dan nieuws over vogels die geen grenzen nodig hebben om de beste plek te vinden om zich thuis te voelen.
Grenzeloos gelukkig kan ik worden van dergelijke beelden.

Bij dit bericht een foto van een glimp van de specht die ik zag. De buizerd kon ik helaas niet vastleggen.

maandag 23 maart 2020

De 3e wereldoorlog is begonnen (tegen Corona)

In het jaar dat we vieren (hopen te kunnen vieren) dat we 75 jaar geleden bevrijd werden van een regime dat de wereld veranderde in een strijdveld waar vrijwel niemand aan ontkwam, direct of indirect, is er een nieuwe vijand opgestaan. Een onzichtbare. Een miniem kleine. Een vijand die strijdt zoals guerillastrijders vechten. Onopgemerkt onverhoeds de aanval openend op plekken waar mensen zich veilig wanen, zoals in de vrije natuur, wandelend en sportend in gezelschap van dierbaren en onbekenden.

Het virus lijkt aan de winnende hand. Dus worden meer oorlogshandelingen afgevaardigd. We zullen die kleine rotzak de baas worden, hij gaat ons er niet onder krijgen.
En dus blijven we voortaan uit elkaars buurt, vermijden elk gezelschap, maken de wereld tot een lege plek waar de natuur vrij spel heeft, zonder menselijke bemoeienis of gezelligheid.

Dat het virus niet alleen ons kleine land op de kop gezet heeft is intussen glashelder. Over de hele wereld zijn landen overgegaan tot radicale stappen tegen het virus. Niemand mag zijn land verlaten. Niemand mag de straat op. Niemand mag zijn huis uit. Uitzonderingen blijven uiteraard bestaan, want we willen niet over een paar weken een uitgehongerde mensheid aantreffen. Iedereen mag eten blijven kopen, medicijnen ophalen en de hond uitlaten, maar dan wel op aangepaste wijze.

Dat de wereld hierdoor opademt en de mensheid als geheel de ruimte krijgt om na te gaan wat er werkelijk toe doet in het leven is een interessante en intrigerende ontwikkeling. Omdat er mensen zijn die dit aangrijpen als tijd van bezinning en er ook mensen zijn die er een slaatje uit proberen te slaan. Het gros van de mensen probeert gelukkig maar één ding, er zoveel mogelijk het beste van maken, temidden van gewijzigde omstandigheden.

De taal is veranderd. We spreken nu over 'de frontlinie' als we spreken van hen die de gevallenen verzorgen die het virus er wel onder heeft gekregen. De vijand probeert hen te doden en de mensen in de frontlinie doen hun uiterste best die missie te laten mislukken.
We spreken ook van eendrachtig de strijd aangaan. Alhoewel de strijd bestaat uit binnenblijven en vooral geen actie buitenshuis ondernemen.

En omdat mensen er niet aan willen dat het werkelijk oorlog is, is er nu aangescherpt beleid om ook de laatste ongelovigen te overtuigen van de onzichtbare vijand die ook hen aan wil vallen en die wij, de reeds ingewijden, niet de kans willen laten krijgen daar ook in te slagen.

Er is een oorlog gaande.
De voorlopige overwinningsdatum is verschoven van 6 april naar 1 juni.
En het is nog maar geheel afwachten of die datum gehaald gaat worden.
Oorlogen laten zich slecht voorspellen.

zondag 22 maart 2020

Vluchten kan niet meer

De afgelopen jaren heb ik steeds beter geleerd om op een goede helpende wijze om te gaan met mijzelf.
Ik merkte dat ik eenvoudige taken niet altijd voor elkaar kreeg en had geregeld dat ik daar hulp bij kreeg, zodat de basishandelingen tenminste gedaan bleven worden. Daarvoor kwam er iemand bij mij thuis op zeer regelmatige basis.
Ik merkte ook dat mijn hoofd regelmatig volstroomt met gedachten die ik niet makkelijk kan uiten en ik had ontdekt dat met regelmaat therapie me daarbij helpt, zodat ik beter orden wat wel en niet van belang is om me voortdurend innerlijk mee bezig te houden. Daartoe ging ik met regelmaat naar een therapeute.
Ik merkte dat ik op een dagelijkse basis ontspanning kon vinden door op diverse plekken op social media het een en ander te lezen, dat mijn eigen levenservaringen wat kon relativeren, of me juist hielp om op een bepaald stukje ervan door te denken op een meer constructieve wijze dan wanneer ik dat uitsluitend in mijn eigen hoofd liet plaatsvinden. Daardoor kwam ik veelvuldig in gesprek met heel verschillende mensen over diverse onderwerpen die ons dan op dat moment bezighielden.
Ik vond ook uit dat ik in boeken afleiding kon vinden en in het kijken van films, omdat ik daarin nieuwe denkpatronen kon waarnemen en ondertussen in mijn eigen hoofd kon uittesten of naderhand op door kon denken. Daarvoor ging ik met grote regelmaat naar de bibliotheek en ook vaak naar de kringloopwinkel.
Ik merkte eveneens dat door al mijn maatregelen ik langzaam weer meer ruimte in mijn hoofd kreeg om aan nieuwe dingen te gaan denken en plannen te ontwikkelen voor activiteiten en mogelijk zelfs interactie met mensen die ik nu nog niet ken. Daarbij had ik via de gemeente hulp gevraagd, omdat ik nu eenmaal langere tijd niet meer op een gebruikelijke wijze deelneem aan de maatschappij en merk dat ik er niet meer zo goed de weg weet.
Ik vond uit dat al mijn ervaringen niet alleen mijzelf verder hielpen, maar ik daarmee ook mijn kinderen en anderen in mijn omgeving kon helpen om hun eigen leven meer kleur en vreugde te laten krijgen. Daardoor werd het steeds eenvoudiger om kalm en rustig mijn eigen bestaan te leiden.

Toen kwam er een besluit van overheidswege, dat niet alleen dit land betrof, maar de hele wereld aanging. Iedereen werd geacht zich te gaan houden aan een protocol dat bedacht was om veiligheid te garanderen voor zoveel mogelijk mensen, teneinde te voorkomen dat de IC-capaciteit overvraagd zou worden en teveel mensen tegelijkertijd een potentieel dodelijk virus op zouden lopen.

Het besluit veranderde alles.

Mijn zorgvuldig opgebouwde route richting normalisering van mijn eigen bestaan werd van het ene op het andere moment op losse schroeven gezet.

En de innerlijke processen buitelden over elkaar heen in hetzelfde tempo waarin de maatregelen van overheidswege afgekondigd en weer aangevuld werden. Mijn gedachten stonden niet meer stil. Ik racete innerlijk naar het moment dat het ooit weer opgeheven zou worden, dit besluit van 'social distancing' en kon me geen concrete datum voorstellen, omdat ik me onmiddellijk realiseerde dat dit nog maar het begin was. Een epidemie laat zich niet geheel sturen door maatregelen, het moet altijd eerst erger worden voor het beter wordt.
Ik viel innerlijk volkomen plat waar het mijn dagelijkse dingen betrof. Wat moest ik doen met mijn tijd nu ik niet meer mijn kinderen op maandagmorgen naar school hoefde te sturen en brengen? Ik bleef aanvankelijk langer liggen, kon mezelf maar moeilijk in beweging krijgen, zag er amper nut of noodzaak toe en verviel in gedrag dat ik ook vertoonde toen ik een volledige burnout had en toen ik in een nog eerder levensfase een diepe depressie had.
Mijn denken belemmerde mijn bewegingen.
Ik schoot ook richting paniekgedachten, omdat ik en mijn kinderen astma hebben en mijn partner naast longklachten nog vele andere fysieke kwalen heeft die ons allemaal zeer tot 'de risicogroep' laten behoren die ernstige verschijnselen kan verwachten als het virus ons bereiken zal. Paniek over 'wat als we ziek worden' en vooral 'wat als ik zelf ziek word', immers ik ben de spil van mijn leven, ik ben fulltime mantelzorger en moeder en heb ook nog de taak mijzelf op de been te houden. Wat als dat niet meer lukt? Een netwerk hebben we niet. Er is geen hulp die klaarstaat als ik ziek word.
Ik had ook last van grotere paniekgedachten. Zal de wereld nog wel bestaan in een toegankelijke vorm als dit maar door en door gaat? Kan ik nog wel alles krijgen dat nodig is? Het was al onmogelijk gebleken in de week ervoor om een thermometer aan te schaffen die dringend noodzakelijk was toen de thermometer het begaf die we gebruikten om de temperatuur van mijn geliefde in de gaten te houden na zijn operatie, nog maar kort geleden. Een nieuwe ontsteking moest nu zeker niet ontstaan en absoluut niet zonder dat we dat in de gaten zouden kunnen houden middels regelmatige metingen.
Ik kon de eerste dagen steeds minder mijn hoofd op orde krijgen. Het was een totale paniekerige chaos en het was maar goed dat mijn jongste zoon een grote fan van knuffelen is, want de oxytocine stroom moest zeer vaak aangewakkerd om mijn paniek onder controle te kunnen houden.

Na een paar dagen opzuigen van informatie en mijn hoofd alle kanten op laten dwarrelen werd het mogelijk mijn paniek in woorden om te zetten. Een goed teken. Nu was ik op de goede weg. Als ik woorden vind is de ergste ramp in mijn hoofd alweer achter de rug.
De toon was nog zeer paniekerig en onrustig en weinig geordend, maar ik had weer taal en taal is mijn anker en ankers zijn nodig als je stuurloos drijft op de oceaan van je bestaan.

Nog een dag of wat later, toen ik mijn paniekerige tekst ook gedeeld had met belangrijke personen in mijn bestaan, merkte ik dat ik wat meer ruimte kreeg voor gezondere gedachten.
Het was weer mogelijk mijn gevoelens wat te dimmen en mijn rationele logische denkpatronen terug te vinden die me al mijn hele leven als kompas dienen in de chaotische zee die mijn gevoelens zijn, met name in stormachtige dagen als er veel aan de hand is.
Het kompas liet me weten dat ik goed op koers ben en mezelf in zekere zin veel beter drijvende weet te houden dan het lijkt.
Tijd om weer eens te kijken naar de strategieën die ik ontwikkeld heb in de loop der jaren om staande te blijven.

En toen ontdekte ik iets verwarrends.

Want alles wat me blijkt te helpen is intussen onmogelijk of verboden (zonder wettelijk verbod, maar zo voelt het desondanks).

Ik krijg geen hulp in huis, omdat degene die het uitvoert gezondheidsverschijnselen had die normaal gesproken te onbeduidend zouden zijn om verstek te laten gaan, maar nu geschaard worden onder 'een te groot risico'. Aangezien ook mijn jongste dergelijke niet noemenswaardige verschijnselen vertoonde besloten we dat het beter was het over te laten gaan. Deze keer. Mogelijk is dat over twee weken weer anders.

Ik krijg geen therapie, omdat de organisatie die dat verzorgt besloten heeft dat alleen nog maar op afstand therapie gegeven kan worden. Dat is voor mij funest, want ik kan weinig tot niets met telefoon, al dan niet met beeld, als het gaat over mijn innerlijke zieleroerselen. Laat me schrijven en ik uit me wel, maar  vraag het me niet via een tussenstap waarbij je mijn stem kunt horen. Ik stok. Ik strand. Ik kan me niet meer uiten en zeg andere dingen dan die er op dat moment werkelijk toe doen. Ik lijk te functioneren, maar ben volledig van mezelf vervreemd en wek een indruk die niet overeenstemt met de realiteit van dat moment. Bij een face to face contact is dat door mij te corrigeren, omdat ik dan de (non)verbale reactie van de ander als spiegel ervaar en mijzelf dan kan 'lezen' en bij kan sturen doordat ik zie dat ik raaskal of verstop wat me bezighoudt.

Ik kan niet meer zo eenvoudig op social media ontspanning vinden, omdat iedereen te maken heeft gekregen met het Coronavirus en het nu overal 'het gesprek van de dag' is en er geen andere gespreksstof meer mogelijk lijkt te zijn, hoewel iedereen daar tegelijkertijd juist dringend behoefte aan heeft.

Ik kan niet meer op zoek gaan naar boeken en films ter ontspanning, omdat de bibliotheken dicht zijn en ook de kringloopwinkel beter vermeden kan worden. En nee, ik kan dat niet digitaal oplossen, omdat ik boeken en films letterlijk moet 'voelen' voor ik weet of ik er iets mee kan en een groot deel van de ontspanning bevindt zich ook in het zoeken naar iets van mijn gading, tussen de diverse mogelijkheden die er staan. De sfeer van een bibliotheek is digitaal niet te bereiken. De sfeer van een kringloopwinkel voel je niet vanachter een scherm.

Ik kan niet meer nieuwe activiteiten ontplooien of plannen maken voor kennismakingen met mensen die ik via internet ken, omdat we geacht worden sociale bezigheden te staken en te beperken. Het werpt me terug op een staat van zijn die ik los begon te laten, het totale isolement in mijn eigen huis, tuin en directe omgeving, waar ik mensen uitsluitend spreek via letters.

Het enige dat me nog rest is zorgen voor mijzelf, mijn partner, mijn kinderen, door te delen wat ik waarneem bij mezelf en het te publiceren voor wie er mogelijk wat aan heeft.
Juist in deze tijd dat iedereen te maken heeft met een 'onzichtbare vijand' is de behoefte aan vluchten groter dan ooit en de mogelijkheid kleiner dan ooit tevoren.

Ik heb het genoteerd omdat ik het constateer.
Ik ervaar het op deze dag dat ik het noteer niet als een extra zware last, omdat ik ook merk dat de wereld als geheel kalmer en bedachtzamer geworden is en meer rekening houdt met anderen en het tempo verlaagd heeft en creatieve oplossingen zoekt. Allemaal zaken die mij bevallen, hoewel ik er niet heel erg veel aan heb.

Mijn leven is in een nieuwe paradox aanbeland. Nu ik eindelijk weet hoe ik het beste mijn leven kan leven is de mogelijkheid om het ook toe te passen me vrijwel geheel uit handen geslagen.

Het is dat ik letters heb. Meer dan genoeg.
In mijn hoofd en in mijn omgeving.

Vluchten kan niet meer. Echt niet?
Vluchten kan in letters ten allen tijde.
Dus ik schrijf.
En ik lees.
En ik schrijf over wat ik lees.
En ik lees wat ik schrijf.
En ik vul mijn dagen met letters bedenken.
Of met letters delen.
Of met delen over letters delen en bedenken.

Ik hoop dat je wat hebt aan mijn letters.


zaterdag 21 maart 2020

In de ban van Corona

Dit is geen tekst over een ontstane fiep (preoccupatie met een bepaald onderwerp).
Dit is geen tekst over genomen maatregelen (wat mag er wel/niet).
Dit is geen tekst over angst voor ziekte (hypochondrie).
Dit is wel een tekst over hoe de wereld zich in het autistisch spectrum is gaan bevinden, zonder diagnose.

In de afgelopen week is er veel gebeurd. Sinds zondag bleek plotseling het hele land gedrag te moeten gaan vertonen dat voor veel autisten de normaalste zaak van de wereld is: afstand houden bij sociale gebeurtenissen, geen handen geven, anderhalve meter minstens van elkaar af staan en je niet  begeven in groepen. Ook zo min mogelijk de deur uit gaan, anders dan voor werk of boodschappen.
Ineens is de wereld geworden zoals die voor veel autisten allang was.

Na de afkondiging van deze reeks van maatregelen ontstonden er zeer diverse reactiepatronen.
Er waren mensen die ontkenden dat het nodig was en besloten dat ze gewoon verder konden gaan met hun eigen leven. Zo zijn er ook autisten die ontkennen dat ze autisme hebben. (de feestjesgevers)
Er waren mensen die in zak en as raakten en volkomen verlamd raakten in hun gezonde denken en in haast op weg gingen om winkels leeg te kopen. Zo zijn er ook autisten die hun huis vol hebben staan met producten die ze nooit op zullen kunnen gebruiken. (de wcpapierhamsteraars)
Er waren mensen die onmiddellijk op zoek gingen naar oplossingen voor problemen die ze voorzagen. Zo zijn er ook autisten die pragmatisch reageren op elke noodsituatie. (de hand- en spandienstenleveraars)
Er waren ook mensen die de berichtgeving niet konden verwerken, er tijd voor nodig hadden, er niet direct mee om konden gaan. Zo zijn er veel autisten die boodschappen pas na een tijdje kunnen bevatten, tijd nodig hebben om het te gaan snappen. (de trage reageerders)
Er waren ook mensen die onmiddellijk braaf zich gingen gedragen volgens de voorgeschreven regels. Zo zijn de meeste autisten, regels zijn immers niet voor niets regels. (de brave hendrikken)

Inmiddels is de eerste week ongeveer voorbij en zijn de basale reacties langzaam veranderd in meer doordachte secundaire of zelfs tertiaire reacties.
Mensen komen langzaam weer tot zichzelf en hervinden zichzelf zoals ze waren voor het bericht over de verplichte 'social distancing'. De verdoving is wat verminderd, de eerste schrik is verdwenen, de paniekreacties maken plaats voor meer doordachte handelingen.
Dat maakt initiatieven los om mensen te helpen die zonder hulp verstoken kunnen raken van levensmiddelen. En er komen initiatieven om mensen die dreigen te vereenzamen op creatieve wijze het gevoel te geven dat er mensen zijn die om hen denken.

De doeners zijn weer veel aan het doen.
De handelingen zijn gericht op alles wat door het coronavirus en de genomen maatregelen ingewikkeld geworden is.
Alle televisie- en radioprogramma's die de actualiteit volgen hebben het coronavirus als hoofdthema. De obsessie met het thema neemt nu en dan groteske vormen aan. Er lijkt niets meer te bestaan buiten dat ene thema. En alle varianten op dat thema komen langs. Waar autisten vaak er op gewezen worden dat ze teveel over een bepaald thema doorgaan (doordrammen) en er teveel tot in detail over opmerken (detaildenken) en het geheel nogal uit het oog verliezen (geen overzicht), lijkt dat in dit geval gezond of toch minimaal vanzelfsprekend gedrag te zijn. We leven immers in crisis!

De denkers zijn weer veel aan het denken.
Hun gedachten cirkelen voornamelijk rondom het coronavirus dat bestreden en vooral voorkomen dient te worden. Ze bedenken oplossingen om het virus te voorkomen en ze verzinnen maatregelen die hetzelfde doel hebben. Kern van hun denken is een samenleving creëren die wijs omgaat met het virus en voorkomen zal dat de rampscenario's die geschetst zijn ook plaats zullen gaan vinden.
Waar autisten vaak te horen krijgen dat ze te eenzijdig zijn in hun denken (zwart wit denken) en te weinig oog hebben voor wat buiten hun interesseveld ligt (preoccupatie), lijkt dat in de afgelopen week vanzelfsprekend en voor de hand liggend gedrag te zijn. Er moet immers een crisis bezworen!

Nu de eerste week ongeveer voorbij is zijn mijn basale reacties allemaal doorlopen (verlammende angst, grote denkchaos vanwege de onvoorziene veranderingen, wanhopige dagen om weer te kunnen leven, kalmerende methoden toepassen om helderheid te hervinden) en heb ik weer ruimte gevonden in mijzelf om mijn gedachten zo te ordenen dat ik er woorden aan kan wagen die een samenhang vinden in deze tekst.

Wat mij al een paar dagen bezighoudt is de vanzelfsprekendheid waarmee de meeste mensen in dit land de afgekondigde maatregelen over zich laten komen en zich er naar weten te voegen. En dwars daar doorheen de stromingen van mensen die door diverse oorzaken zich helemaal niet neer wensen te leggen bij wat er gaande is.
En dan specifiek nog de groep mensen die rechtstreeks geraakt worden door alle maatregelen en zonder hulp verder moeten worstelen in een bestaan dat voor hen toch al verre van licht was.

En dan is er nu ook nog de verontrustende beweging ontstaan van mensen die menen dat ten behoeve van het voorkomen van het ziek worden door het coronavirus alles geoorloofd is, ook het wegnemen van vrijheden en het via mogelijkheden van hedendaagse techniek monitoren of mensen zich wel houden aan de afgedwongen afspraken.
Het is een verwarrende wereld aan het worden.

Enerzijds meer rust op een dagelijkse basis.
Anderzijds toenemende onrust vanwege de onduidelijkheid van de duur van de genomen en nog te verwachten maatregelen.
En dan ook nog de onmogelijkheid om ontspannende activiteiten te gaan plannen, zoals bibliotheek- of museumbezoek, danwel vakantieplannen ontwikkelen of andere toekomstgerichte gedachten te vormen.

We leven in zware tijden.
We zijn in de ban van Corona.



woensdag 11 maart 2020

Beuzelarijen en hun zinvolle betekenis

Vaak valt het mensen in mijn omgeving op dat ik me enorm druk kan maken over relatieve kleinigheden.
En het roept bij hen vaak enorme ergernis op, als ik maar door en door ga om me op te winden over iets dat in hun ogen niet veel om het lijf heeft en in hun ogen toch niet veranderen zal, wat ik er ook over opmerk.

Vaak betreft het zaken waarvan ik zeker weet dat het anders zou moeten zijn dan het is en waarvan ik weet dat het in ieders belang is of zijn zou als het was zoals ik meen dat het zou moeten zijn.
Voor mij is dat enorm belangrijk als basis voor de vermeende kleinigheid waar ik me op zeker moment druk over maak.
Want de kleinigheid staat ten allen tijde voor iets anders.
Iets dat ik me soms wel en soms totaal niet bewust ben, maar altijd bestaat als een groot iets waar ieder mens zich druk over zou maken, maar waarvan ik allang (al dan niet onbewust) weet dat ik me er oneindig druk over kan maken, maar het niet zal kunnen veranderen. Omdat mijn veranderbehoefte over dat grote heel erg aanwezig kan zijn en me een extreem onbehaaglijk onrustig gevoel van klem gezet zijn bezorgen kan, heb ik een copingstrategie die me uit de impasse probeert te trekken. De kleinigheden!
Er zijn altijd op elke dag wel kleinigheden te vinden waar een mens zich enorm over kan opwinden.
Bevind ik mij in een kalme periode van mijn bestaan (lang geleden dat dat zo was, ik kan het me niet eens meer heugen op dit moment) dan ben ik prima in staat om de kleine ergernissen van het bestaan relatief laconiek voorbij te laten gaan en me er op geen enkele wijze over op te winden. Ik zie dan prima in dat het beuzelarijen zijn en ik besef dat je energie verspillen aan dergelijke zaken uiteindelijk verspilde energie is en derhalve beter anders besteed kan worden. In zulke perioden ben ik een gelukkig mens, want functioneer ik zoals iedereen het liefste zou functioneren, rationeel, kalm, weldenkend en welwillend en met zelfbeheersing als een beuzelarij mijn pad kruist en ik er even een reactie op moet geven.

Hoe anders is dat in perioden van onrust (mijn huidige bestaan, al maanden, sinds er op diverse levensterreinen onduidelijke en ernstige situaties zijn ontstaan waar ik persoonlijk alleen maar in mee kan bewegen en niets tot zeer weinig aan kan doen, laat staan veranderen).
In perioden van onrust kan een kleinigheid me bovenmatig bezighouden. Een beuzelarij over een leeg schap in de supermarkt of een zoveelste keer dat een chauffeur de weg opdraait en mij dwingt mijn snelheid aan te passen terwijl de weg achter mij volslagen leeg was, kan me dan volkomen op tilt doen laten slaan en er een woedeuitbarsting uit laten gooien die zijn weerga niet kent en anderen het idee geeft dat er daadwerkelijk een steekje aan me los zit.
Dat steekje is intussen een hele naad die loszit en me dusdanig dwars zit dat elke beweging het risico met zich meebrengt dat de naad nog verder loslaat, waar ik me dan uiteraard ook enorm over ga opwinden, omdat het de omgekeerde behoefte is, de naad zou dicht moeten raken!

Toch heeft dit mechanisme in mij ook heel gezonde kanten. Want als er een echte gebeurtenis plaatsvindt waar ieder mens zich druk over zou maken, dan heb ik de kans om me eens fijn te laten gaan in de beuzelarij die werkelijke proporties heeft en me fijn af kan leiden van de langer durende ingewikkeldheden in mijn bestaan waar ik al maanden mee worstel en die nog wel een tijd voort zullen duren.
Soms is een beuzelarij een gelukkige gebeurtenis om de ongelukkige levenssituatie even te kunnen relativeren door stoom af te blazen over de beuzelarij.

Dus hoor je me ooit razen over iets dat in jouw ogen een kleinigheid is, vraag je dan af waar ik mogelijk werkelijk mee worstel en je geen oog voor had. Het kan maar zo zijn dat de razernij dooft in een seconde als je me zegt dat je begrijpt dat ik me hier heel druk over maak en me vraagt waar ik me verder nog druk over loop te maken. Schrik dan niet als woede onmiddellijk omslaat in diep verdriet. Dat is dan een combinatie van opluchting en een ontlading van het echte gevoel dat me op dat moment bezighoudt en zelfs een stukje vreugde over het feit dat ik gehoord en gezien ben in mijn diepste zijn.
Dus dank je, als je mijn beuzelarij serieus neemt!
Praat het niet uit mijn hoofd, maar snap dat er wat onder ligt.

Ik ben je er oprecht dankbaar voor.

N.B. Niet alleen ik, maar vele autisten kennen dit mechanisme, als ik af mag gaan op de autisten die ik van nabij ken.