zondag 2 mei 2021

Voor je beurt praten

Veel mensen hoor en zie ik op ogenschijnlijk of werkelijk  - dat onderscheid kan ik niet maken - natuurlijke wijze de momenten bepalen waarop ze tijdens een gesprek zelf iets kunnen zeggen.
Waar het voor dergelijke personen misschien nog voorstelbaar is dat er mensen bestaan die bij telefonisch contact het gevoel voor timing maar lastig kunnen vinden, zal het voor hen vrijwel onvoorstelbaar zijn zich te verplaatsen in het totaal onthand voelen bij een gesprek dat niet een werkelijk gesprek lijkt te zijn. 

Vanmorgen in het ziekenhuis kwam de zaalarts langs met twee dames in zijn kielzog, waarvan niet onmiddellijk helder was wie welke rol exact vervulde. Aangezien beiden zich achter een computer bevonden waarop zaken opgezocht danwel genoteerd werden.
Mijn geliefde was onderwerp van gesprek. 
Maar wie voerde nu het gesprek met wie?

Het leek een gesprek tussen zaalarts en patiënt.
Tegelijkertijd leek het een gesprek tussen de dames met computers en de zaalarts. 
En dan was ik er ook nog, als zeer betrokken bij de patiënt vanwege zijn geliefde.
Wanneer zou het mijn beurt zijn om mijn opmerkingen te plaatsen en mijn vragen te stellen? 
Zou het onbeleefd zijn om in te breken?
Zou ik een vallende stilte mogen benutten? 
Zou ik kunnen spreken zonder op mijn beurt te wachten?
En als ik het niet zou doen, zou dat moment dan ineens verdwijnen door het vertrek van de arts met aanhang? 
Ik heb het er op gewaagd en merkte dat de zaalarts in een rechtstreeks één op één contact ging reageren. Daarmee impliciet bevestigend dat ik een juist moment had gebruikt of in ieder geval een zinvolle toevoeging aan het gesprek had geleverd.
Het bleef in mijn ogen een soort pingpongwedstrijf waar ik de regels niet goed van ken, maar de gewenste informatie kwam tevoorschijn. 
Nu eens spontaan, dan weer op grond van een vraag van mij, dan weer dankzij een opmerking van mijn geliefde en zelfs de dames haakten op diverse momenten aan.

Toen alles achter de rug was realiseerde ik me met een schok hoe ingewikkeld ik dergelijke momenten altijd weer vind.
Dat ik het ogenschijnlijk beheers, maar inwendig voortdurend zoekend me bevind in een dergelijk gesprek.