vrijdag 27 mei 2016

Jezelf tegenspreken

Dat zou ik nooit doen, sprak ze, waarna ze een dag later exact deed wat ze beweerde nooit te zullen doen.

Hoe kun je dat nou van me denken, reageerde ze, waarna ze bewees dat het zeer logisch was om die gedachte over haar te hebben. 

Het is voor veel mensen onbegrijpelijk dat er mensen zijn die zichzelf tegenspreken. Het komt op hen over als onbetrouwbaar, wispelturig, onbestendig, of zelfs gestoord. Hoe kan iemand het een beweren en het ander doen, hoe kan iemand dingen over zichzelf ontkennen die toch overduidelijk wel plaatsvinden?

Maar wat nou als je in de hoofden zou kunnen kijken van degenen die het betreft? 

Dat zou ik nooit doen, sprak ze. - Met dat ze de woorden uitsprak kon ze haar tong wel afbijten, daar was dat nare 'nooit' woord weer, waarvan ze zich aan het bedenken was dat ze het beter voortaan uit haar vocabulaire kon schrappen, want het kwam ongelooflijk vaak voor dat haar 'nooit' helemaal niet over 'nooit' maar vooral over 'nu' ging. Momentopnames waren haar woorden. Momentopnames van gevoelens die heftig maar onbegrijpelijk waren en door haarzelf amper verklaard konden worden. Ze was altijd zoekende. Kon niet ontdekken wat ze nu precies voelde, leek soms zelfs het tegendeel te verwoorden van wat er in haar omging. En dan kwam er vaak een 'nooit' aan te pas omdat het gevoel dat ze waarnam heel heftig was. En heftige gevoelens verdienen nu eenmaal grote woorden. Ook als de gevoelens bij nader inzien het tegendeel blijken te zijn van wat ze aanvankelijk erover uitsprak. Haar 'dat zou ik nooit doen' zou nog geen dag later een 'dat zou ik altijd doen' blijken te hebben moeten zijn. - 

Hoe kun je dat nou van me denken, reageerde ze. - Een adequate weergave van haar chaotische gevoel. Ze kon zich werkelijk niet indenken dat een ander die gedachte over haar er op na kon houden. En haar verbazing van dat moment uitte ze dan ook, met een nuancering door middel van het woordje 'nou'. Immers, nou betekent eigenlijk nu en als het nu betekent hoeft het niet een uitspraak voor altijd te zijn, het kan zijn dat de spreker op dit moment zoiets zegt en er later een andere mening op na gaat houden. Het was en is dus heel vriendelijk om middels dergelijke kleine signaalwoorden duidelijk te maken dat ze de spreker geenszins verdenkt van vastgeroeste gedachten die onwrikbaar slechts één kant op gaan. Hoe zou ze? Haar eigen gedachten dwarrelen ook vaak genoeg alle kanten op, behalve de goede. -

Ja, het is jezelf tegenspreken, voor de oren van de buitenstaander.

Nee, het is tegen jezelf spreken, voor de innerlijke waarnemer van de spreker van de gehoorde woorden. 
Tegenstrijdig? Het is maar hoe je het horen wilt of kunt.

zondag 1 mei 2016

Geld moet rollen

De methode van schrapen en schrappen lijkt oneindig door te kunnen gaan. Altijd wel iets te vinden dat nog bijgeschaafd kan. 
En dus gaat de mallemolen door en door totdat het vanzelfsprekend wordt je eten bij de voedselbank op te pikken, wegens geen geld meer voor eten vanwege hoge vaste lasten (huurstijging tot het plafond bereikt was), hoge verplichte verzekeringen met hoge verplichte eigen bijdragen (want oh wee als je gaat denken dat je voor de lol ziek kunt zijn en hulp kunt vragen, zo zijn we niet getrouwd!), hoge vrijwillige (maar semi-verplichte) bijdragen voor de scholing van je kinderen, hoge kosten voor hun vervoer, hoge kosten voor de auto die je niet weg kunt doen wegens weggesaneerd openbaar vervoer en te grote afstanden om de fiets te pakken (platteland is goedkoper dan de stad, maar wordt zo toch nog duur). 

En dan sta je bij die vanzelfsprekende eetafhaalplek waar je geen voorkeuren hoeft aan te geven en dus even verlost bent van de keuzestress en ontmoet je aan de andere kant van de tafel een oud klasgenoot. Hoe is het mogelijk, vraagt hij, jij hier? En je wil net op hetzelfde moment exact hetzelfde zeggen 'jij hier? Hoe is het mogelijk!'


Genoeg stof tot praten, denk je, als je al start met dezelfde opmerking, dus jullie besluiten een kop koffie te doen in zijn pauze. Er staat een automaat en hij is zo aardig ook voor  jou een  50 centstuk in de gleuf te laten glijden. Koffie of cappuccino? Nou, als het niet uitmaakt, dan wel graag cappuccino. 
Het blijkt niet uit te maken en zo zit je even later aan een plastic tafel op een plastic stoel uit een plastic bekertje met een plastic lepeltje je cappuccino of wat er voor door moet gaan te roeren. De suiker maakt het zoet. 

Vertel nu eens hoe het toch mogelijk is dat jij hier bent! Beginnen jullie tegelijkertijd het gesprek te openen. Een gezamenlijke schaterlach volgt waarbij je onmiddellijk je hand naar je mond voelt bewegen om dit groteske potsierlijke gedrag te verhullen achter je anonieme hand met ongelakte nagels. Je beseft dat op deze plek onder je huidige omstandigheden het wanstaltig zou zijn over te komen alsof je vrolijk door het leven gaat. Die schijn kun je beter vermijden, hoewel het de realiteit is waar je dagelijks naar streeft. 
Hij lijkt je onbehagen niet te merken en begint een enthousiast verhaal over behoefte hebben aan een nuttige taak naast zijn door hem als geestdodend ervaren baan als notaris waarbij hij meer en meer te maken kreeg met huwelijkse voorwaarden en problemen met erfenissen en bezittingen die onteigend dienden te worden danwel van eigenaar wisselden wegens failissementen. Hij wou het gevoel hebben weer iets te doen voor mensen en toen er een verzoek gekomen was voor vrijwilligers voor de voedselbank in een kerkdienst die hij toevalligerwijze bijgewoond had omdat een ver achterneefje gedoopt werd en hij ervoor uitgenodigd was was de keuze snel gemaakt. Dit was geen toeval, het moest zo zijn, dat hij hier en nu op die plek geweest was daar en toen en daardoor nu haar hier tegenkwam want hoewel ze jaren in dezelfde klas gezeten hadden was pas naderhand duidelijk aan hem geworden hoe bijzonder hij haar vond en hoezeer hij gehoopt had haar ooit weer tegen te komen, zomaar, op een willekeurig moment en ziedaar, daar zat je dan zomaar ineens!
Ze hapte naar adem. Nee toch, hij was notaris en hij had haar heimelijk bewonderd, hoe was het toch mogelijk dat ze uitgerekend nu hem tegenkwam. 

Je relaas was kort, baan gehad, kinderen gekregen en thuisblijfmoeder geworden, gescheiden en nu de grootste moeite de touwtjes aan elkaar te knopen, het klassieke verhaal, zo leek je toe. 
Hij meende van niet. Het was toch een grof schandaal dat mannen het in de wereld nog steeds zoveel beter getroffen hadden dan vrouwen! Hij had nooit gedacht dat jij aan de ontvangende kant van de voedselbank terecht zou komen, jij, met al je  talenten, jij, met al je mogelijkheden, jij, met je goede komaf, jij, met je verve en charme. Was er echt geen mogelijkheid geweest weer aan het werk te gaan ondanks de kinderen?
Je legde hem uit dat je kinderen verre van standaard zijn en dat je onmogelijk het risico kon lopen hun wankele evenwichten die nog wankeler waren sinds de scheiding,  uit balans te brengen door er niet altijd voor hen te zijn. Het was een wonder dat je de dingen die je wou doen nog voor elkaar kreeg, je had amper ruimte voor meer dan de zorg voor de kinderen. 

Hij was opnieuw verbijsterd. En dat kan allemaal maar in dit land? Dat een talentvolle vrouw zoals jij gewoon thuis moet blijven vanwege haar kinderen? Het is een bizarre wereld geworden, zo was dat vroeger toch niet?
Je herinnerde hem er fijntjes aan dat zijn moeder vroeger ook thuisblijfmoeder was geweest en dat hij daar altijd zo blij mee geweest was en hoog over opgegeven had toen hij op de middelbare school zat. Zijn moeder was, zo zei hij, een echte vrouw, eentje die alles voor haar kinderen over had. Heel anders dan die teven die het waagden om slimmer dan hun man te willen zijn en een gewone baan als ziekenverzorgster of huishoudster te simpel vonden en een opleiding nodig achtten en een baan 'op niveau' wilden hebben. Je had hem toen al uitgelachen, nu lachte je hem opnieuw uit. Was hij dat echt vergeten? 


Beschaamd gaf hij aan dat zijn pauze voorbij was. Je kon natuurlijk blijven zitten en oh, wou je nog een kopje koffie? Hij tracteerde! 
Je bedankte vriendelijk en zei dat je hoognodig weer terug moest naar je kinderen die nu alleen thuis waren omdat je maar een minuut of twintig de deur uit zou zijn. En er moest nog gekookt. Een andere keer wellicht. 

Je zag hem nooit meer terug bij de voedselbank.