maandag 26 oktober 2015

Taalver(kr)achting

Once upon a time...... oh nee, dat kan niet, we moeten in dit land niet gaan vervallen in buitenlands, dat valt niet goed. Eigen taal eerst. 

Er was eens...... nee, dat is nog erger, het is geen sprookjesverhaal, het gaat over de werkelijkheid van alledag, de dag van gisteren en de dag van vandaag, dat moet niet klinken als 'en ze leefden nog lang en gelukkig' want gelukkig is geen mens en lang leven willen we wel, maar niet ten koste van alles. 

Ooit.....nou, vooruit, dat is een goeie poging. Ga maar door.

Ooit, in een tijd die slechts bestaat in mijn herinnering, was het gebruikelijk (wou ik daar bijna een francisme invoeren 'usance', maar ja, dat begrijpt natuurlijk niemand hedentendage - oh ja, met spaties gespeld heden ten dage -), dat mensen opletten bij elke zin die ze in openbare gelegenheden benutten. Of het nu gesproken of geschreven taal betrof, men wist hoe woorden werken en hoe je op je hoede moet zijn als je in een kring van mensen die je niet persoonlijk kent en die jou niet persoonlijk kennen het waagt een woord in het midden te werpen als een knuppel die het hoenderhok zou kunnen verschrikken ongeacht of dat het beoogde doel was. Die tijd, ik denk eraan terug met heimwee, is voorgoed verleden tijd. Voltooid verleden tijd naar het schijnt.
De tegenwoordige tijd, het hedendaagse tijdgewricht blinkt uit in heel ander taalgebruik. Het is mode geworden om met zo min mogelijk kennis van zaken zoveel mogelijk meningen te berde te brengen op zo groot mogelijke schaal en met zo min mogelijk doel. 

Het is mij tot op heden ontgaan wat het nut daarvan zou kunnen zijn, maar ik begin te menen dat het ontbreken van een doel het enige nut is van dit alles. 
Een ander nut zou kunnen zijn - maar dat wil er bij mijn ouderwets functionerende hersenen amper in -  dat mensen tegenwoordig meer dan vroeger menen dat het zinvol is hun woorden zo te verspreiden dat de geur ervan hen omringt als een territorium dat hen veiligheid verschaffen kan. Alsof mensen heden ten dage (goed zo, met spaties! en dat in één keer!) niet meer weten dat ze bestaan ongeacht hun woordgebruik. Alsof ze middels woorden hun bestaan willen bevestigen, benadrukken en wellicht zelfs menen pas te bestaan als woorden geuit zijn. Dat laatste kan ik me indenken. Maar ik meende dat dat een verschijnsel is dat behoort bij de diagnose autisme die mij ooit ten deel viel. Het lijkt er echter op dat het een oermenselijk verschijnsel is dat woorden je bestaan bewijzen, waardoor iedereen wel genoodzaakt is woorden te bezigen, te pas en bovenal te onpas, immers dan val je nog meer op en besta je dus nog meer dan wanneer je ingevoegd in de gebruikelijke woordenstroom ook een steentje bij poogt te dragen. 
Woorden dus. Wegen tot kennis ooit. Waarden dragend. Wijzer makend. Woede kalmerend. 

Die tijd is voorbij. Ik zei het al. De tijd dat je uit kon gaan van de betekenis van woorden zoals die nu eenmaal vanzelf spreekt is niet meer bestaand. 

Nu kunnen koeien ineens behoefte hebben aan 'te grazen genomen worden' omdat dat zo'n leuke woordspeling opleveren kan, hoewel de zin kant noch wal raakt voor wie de taal serieus wenst te nemen. (voor wie het even gemist heeft: Wakker dier bezigt deze tekst: 'Niemand wordt graag te grazen genomen…. behalve koeien!' teneinde aan te geven dat koeien in de wei behoren te staan en niet op stal)
Taalverloedering zeiden we ooit tegen dergelijk taalmisbruik. Maar tegenwoordig is het flauw om zo te reageren. Immers 'dat moet toch kunnen!' Nee dus, dat moet niet mogen, dat moet zeker niet kunnen en het zou velen sieren als ze zich er nota van namen hun taal te screenen op onvolkomenheden. (Oh wacht, screenen moet natuurlijk zijn 'er op nakijken')

Taal die niet meer betekent wat ze betekent wordt uiteindelijk inhoudsloos en betekenisloos wat geen synoniemen maar elkaar aanvullende begrippen zijn. Of eigenlijk begrippen die de leegte van de taal dubbel sterk pogen uit te drukken. Zoals een dubbele ontkenning voorheen een sterke bevestiging was en heden ten dage slechts uitdrukt dat de spreker/schrijver de ontkenning wil benadrukken. Het kan verkeren. 

Taal verandert, ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen. Maar verandering die de begrijpelijkheid in de weg gaat staan en beetje bij beetje de taal zo uitholt dat niets meer gezegd kan worden zonder verbaasde blikken te ontmoeten of verbijsterde reacties te ontvangen of vreemde spraakverwarringen teweeg te brengen is  mijns inziens wel degelijk bewijs ervan dat er meer aan de hand dan de natuurlijke loop der dingen. 
De generatie die opgroeide met van Kooten en de Bie zal kunnen beamen dat virtuoos taalgebruik wel degelijk platte inhoud kan hebben waar dat noodzakelijk geacht wordt. Maar zal tevens kunnen inzien dat platte inhoud zonder virtuoos taalgebruik de dood in de pot is voor elke creatieve uiting die iemand ooit nog zou durven wagen. 

Taal doet ertoe! In deze tijd meer dan ooit!

dinsdag 20 oktober 2015

'Oh, dat heb ik ook!'

* Mensen herkennen op een willekeurige plek, het overkomt me regelmatig dat het me volkomen ontgaat wie ik voor me heb, bekende of onbekende, naaste of verre kennis, gezichten en namen vormen gescheiden terreinen die ik maar moeizaam aan elkaar gekoppeld hou. 
'Oh, dat heb ik ook!'

* Als het ergens druk is komen geluiden zo sterk bij me binnen dat ik degene met wie ik samen op pad ben amper nog kan volgen. Het geluid van degene naast me valt weg in de kakofonie van geluiden en ik mis de helft of meer van wat gezegd wordt.
'Oh, dat heb ik ook!'

* De ene dag heb ik energie voor tien, de andere dag ben ik al blij dat ik mezelf daar krijg waar ik die dag moet zijn of kom ik niet verder dan mijn bed uit rollen en de dag doorkomen binnenshuis. 
'Oh, dat heb ik ook!'

* Uitdrukkingen en gezegden, maar ook heel normale woorden, beluister ik in de eerste plaats letterlijk en pas nadat ik de codering heb toegepast weet ik of het letterlijk bedoeld was of toch op een andere manier uitgelegd moet worden. En reageer ik per ongeluk toch of het letterlijk was, dan ga ik maar snel over naar de tactiek van doen alsof het een grapje van me was, dat valt eenvoudiger te verklaren dan het misverstand uitleggen. 
'Oh, dat heb ik ook!'

'Eh....nee, dat laatste heb ik niet.....komt me raar over wat je daar zegt.'


* Veranderingen die ik niet zie aankomen en die mijn dag verstoren of dingen onmogelijk maken die voorheen vanzelfspraken maken me onrustig, moe en vaak ook heel opstandig. Ik kan er maar met moeite aan wennen, mezelf er maar met mate toe zetten me te voegen naar de verandering die onontkoombaar is.
'Oh, dat heb ik ook!'

* Al bovenstaande zaken komen dagelijks voor, soms heel vaak, soms incidenteel, maar er gaat geen dag voorbij dat ze plaatsvinden. Het maakt mijn leven lastig, vermoeiend en bovenal onvoorspelbaar waar ik juist het beste functioneer bij een grote mate van voorspelbaarheid.
'Oh....'

*Veel mensen kennen bovenstaande dingen en nog andere die onvermeld bleven uit eigen ervaring. In meer of mindere mate komen ze die tegen in hun dagelijks leven. En omdat dat zo is kunnen ze maar moeilijk begrijpen wat ik probeer te zeggen als ik hen duidelijk maak dat hun 'oh, dat heb ik ook!' een misplaatste ontkenning van wat ik poog te zeggen is. 

Ja, ik heb ook weleens een dag waarop alles op rolletjes loopt (maar het zijn de uitzonderingen in mijn leven), ja ik heb ook weleens een dag dat ik iedereen herken (maar dan zie ik meestal bar weinig mensen en weet ik wie ik treffen zal), ja ik heb ook weleens dagen dat verstoringen me niet zo bezighouden dat ik er de dingen die ik doen wou niet meer door voor elkaar kreeg (maar die dagen zijn in de minderheid), ja ik heb ook weleens dagen dat ik geluiden goed verdraag (maar dan heb ik een topdag, een dag waarop ik - zeer zeldzaam dus - energie voor tien heb). 

Als iemand mij vertelt dat hij moeizaam loopt, zal ik niet gaan vertellen over die ene keer dat ik door mijn enkel ging en even moeizaam lopen moest, alsof ik ook weet wat moeizaam lopen op een dagelijkse basis betekent voor een mens.

Als iemand mij vertelt dat horen lastiger is geworden, zal ik niet vertellen over de keren dat ik in het geroezemoes geen stemmen kan onderscheiden, alsof mijn probleem identiek te noemen is aan de ervaringen van de dover wordende medemens. 
Als iemand mij vertelt dat hartkloppingen een beangstigende ervaring zijn, zal ik niet vertellen over de keren dat angst me om het hart slaat wegens onduidelijke angsten die me de adem weleens benemen, alsof ik daarmee de fysieke klachten die beschreven worden zou kunnen invoelen en begrijpen.
Als ik iemand iets hoor vertellen over zijn of haar eigen levensomstandigheden vermijd ik het angstvallig om te roepen: 'oh, dat heb ik ook!'

maandag 12 oktober 2015

Pamflet pim pam pet

Vernieuwen is het modewoord van deze tijd. Een modewoord dat zelden gezien wordt als de klank die ik er telkens in hoor als iemand het hardop uitspreekt 'vernieu l en' wordt het vaak. 'Vernielen' zou ik het dan spellen.

Als vernieuwen gepaard gaat met terug naar oude waarden wordt het helemaal een spannend verhaal. Immers, behouden van het oude en vernieuwen naar het nieuwe is een heftig spanningsveld, dat weleens kinderen weg pleegt te smijten tezamen met het badwater dat afgedaan heeft als dienstig. 
In oude instituten zijn vaak bewegingen te herkennen die het nieuwe vernieuwende enthoustiast omarmen. En dan krijg je de zure tegenbewegingen van hen die menen dat alles bij het oude blijven moet, omdat je veel te veel risico loopt als je gaat vernieuwen.
Dit is niet zo'n zure tegenbeweging!

Vernieuwen is een beweging in gang durven zetten die afwijkt van gebaande paden. Vernieuwen is de moed hebben je uit te spreken, ook al weet je dat je tegenstand treffen zult op je weg. Vernieuwen is een stap zetten in het volle besef dat het moeras pas een pad kent als je voet bodem vinden kan. Vernieuwen is doen wat ondenkbaar is zolang je het oude laat bestaan en op diezelfde voet wilt verder gaan. 
Vernieuwen vergt de energie van de jeugd, vernieuwen vergt de wijsheid van de mens op leeftijd, vernieuwen vergt een momentum en een mogelijkheid danwel dringende noodzaak en vliegende haast. 
Vernieuwen is mogelijk, maar in het proces is het van het grootste belang je verliezen te nemen of te stoppen met vernieuwen als de verliezen je te groot dreigen te worden. Dwars door de verliezen heen zal nieuwe winst aan de horizon verschijnen, maar het kan een lange weg zijn voor je dat aan kunt raken, de horizon heeft nu eenmaal de neiging te wijken als je er naartoe beweegt. 
Vernieuwen gaat het beste als iedereen meewerkt, maar in de praktijk zal blijken dat het dan geen vernieuwing is geweest, slechts een koerswijziging die iedereen mee kon maken omdat het oude nog voldoende herkenbaar en tastbaar bleef. 
Vernieuwen vergt dan ook de moed om los te laten wat vertrouwd en daarmee veilig is. Vernieuwen is daarmee in zekere zin wel degelijk vernielen.
Vooral je eigen denken over 'hoe hoort het eigenlijk'.