zaterdag 23 november 2019

Heb jij je mening al gegeven vandaag?

Sinds enige tijd valt het me weer op, hoe de wereld van mijn jeugd nogal ver weg is geraakt.
Niet zozeer in de zin dat ik geen kind meer ben en me dat al zeker een jaar of 25 realiseer in meer of mindere mate, maar vooral in de zin dat de wereld van pakweg 25 jaar geleden niet meer bestaat en ook gewoonten sindsdien nogal veranderd zijn.

Een kwart eeuw geleden (ja, zo klinkt het goed ver weg) was het gebruikelijk in de openbare ruimte om je mening in je eigen hoofd te laten en vooral niet te delen met de mensen om je heen. Mensen hielden hun mond, bleven stil, lieten hooguit door gefronste wenkbrauwen merken dat hen iets opgevallen was waar ze iets van vonden.
Dat van die gefronste wenkbrauwen vond ik een fascinerend verschijnsel. Ineens veranderde een gezicht in een boeiend schouwspel waar twee gebogen strepen omhoog gingen en indikten om even daarna weer hun oorspronkelijke vorm aan te nemen. Ik kon er oneindig naar kijken, dat korte bijzondere moment.
Sommige mensen hadden niet alleen die wenkbrauwen, maar maakten ook, of in plaats daarvan, een afkeurend geluid, een heldere aanwijzing, zeker in mijn kindertijd, dat ik iets niet gedaan had op een gewenste wijze. Evenmin als de wenkbrauwen gaf dat geluid me een heldere aanwijzing over wat er mis was, dus ik leefde in zalige onwetendheid verder, tenzij het een mij na staande persoon was die op deze wijze gereageerd had. Mijn oma bijvoorbeeld was goed in het geluid. En dat geluid had ik als zeer jong kind al leren verafschuwen omdat het me liet schrikken en me stoorde in wat ik aan het doen was. Mijn oma gaf een kalme keelschraapversie, waar ik als jong kind door een schelle 'èh'-klank werd opgeschrikt door de hulp die mijn moeder toen assisteerde. De geluidsversie had me een soort trauma bezorgd, waardoor ik nogal van slag raakte als mijn oma tot die route overging om mij helder aan te duiden dat ik in enigerlei opzicht over de schreef gegaan was.
Vaak had ik geen flauw benul van wat er zo mis was met mijn handeling van dat moment, maar het bracht me al jong het verschijnsel schuldgevoel bij. Ik leerde dat als iemand vond dat ik iets fout deed in hun ogen, ik mij daar schuldig over moest voelen, ook als ik geen flauw benul had van wat hun argument was om mijn handeling als fout te betitelen.
De concepten goed en fout werden teruggevoerd tot wel of geen schuldgevoel oproepend, aangereikt door een geluidssignaal dat afkeuring liet blijken en mij van mijn a propos bracht puur vanwege het geluid dat ik opving.

Hoewel ik die wijze van mening geven verre van aangenaam vond, realiseer ik me in de huidige tijd dat het een relatief prikkelarme manier was om mij 'op mijn plek' te zetten en (zeker in mijn kindertijd) bij te brengen wat hoort en wat niet hoort en wat geoorloofd is en wat beter vermeden kan worden.

In de huidige tijd zie ik zelden nog gefronste wenkbrauwen en hoor zelden afkeurende klanken. Helaas is dat niet omdat ik tegenwoordig alleen maar de juiste dingen doe.
Sinds enige tijd ben ik ertoe overgegaan ook in het openbaar mijn voeten ongeschoeid te laten, omdat het mij een beter contact geeft met de realiteit en mijn prikkelgevoeligheid laat afnemen.
Voor mij een uitermate geslaagde handeling die me veel positiefs oplevert.

Maar hierdoor merk ik weer versterkt op hoe de tijden veranderd zijn en mensen in de huidige tijd andere methoden hanteren om hun afkeuring te laten blijken of hun mening te geven.
Nu is het niet meer een gezichtsuitdrukking (die soms ook, maar zelden uitsluitend), nu is het altijd een klank. En de klank is niet meer eenlettergrepig of keelschraperig, maar omgezet in volledige woorden en vaak zelfs volzinnen.
Het verschijnsel lijkt gelijke tred te houden met de opkomst van social media, waarin we keer op keer gemaand of verzocht worden onze mening te formuleren, gestimuleerd door vragen als 'waar ben je mee bezig?' of  aanmoedigingen als 'schrijf een reactie'.
Dergelijke zinnen zullen de meeste mensen amper tot zich door laten dringen, maar uit ervaring weet ik dat het wel degelijk doordringt tot het onbewuste en ons gedrag absoluut beïnvloedt.
Zolang dat binnen de context van social media is is er nog niet zoveel aan de hand. Wie social media vermijdt heeft er geen last meer van te pas en te onpas een mening te willen ventileren, daar kun je dan dus voor kiezen.
Maar het is intussen meer en meer doorgedrongen tot de bepaald niet virtuele wereld van het werkelijke leven waar mensen elkaar kunnen zien en horen en aanraken.
In die wereld neemt het hand over hand toe dat mensen bij voorkeur ongevraagd hun mening hardop uiten.

Zo vernam ik al heel wat reacties op mijn blote voeten.
En kom ik veelvuldig ervaringen van mensen tegen die in een winkel of gewoon op straat dingen te horen krijgen die een kwart eeuw geleden ongepast gevonden zouden zijn en zouden vallen onder de definitie 'gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen', een uitdrukking die aan wil geven dat ongevraagd commentaar leveren niet gewaardeerd wordt.
Het valt mij op.

Jou ook?
Geef gerust je mening onder deze tekst.
Het is gepast gedrag bij een blogtekst.
Ook 25 jaar geleden zou dat geoorloofd zijn.
Al bestond het fenomeen toen nog niet.

Dat vind ik dan persoonlijk wel weer een fijne verandering ten opzichte van 25 jaar geleden!