maandag 22 december 2014

Midden in de winternacht

Naamloos bleef het kind in het vluchtelingenkamp, want nog voor het de eerste schreeuw kon laten horen was de moeder aan haar bevalling bezweken. Ze kon het niet meer van een naam voorzien en het kind was te onbeduidend om genoemd te worden. Het bleef 'het kind'. Een andere vluchtelinge die haar kind onderweg naar dit kamp verloren had aan de vele ontberingen die de tocht door de bergen betekende - bergen, waar de eeuwige sneeuw en de striemende wind de temperatuur tot beneden nul hadden doen dalen - had zich over het kind ontfermd. Ze had nog melk. Maar kon zich er niet toe brengen zich te hechten aan het kind, dat in tegenstelling tot haar eigen geliefde zoon, wel het leven had mogen behouden, doordat het veilig in de schoot van de moeder door had kunnen brengen tot het veilig genoeg was in de relatieve geborgenheid van het kamp.
Het kind ging van hand tot hand. De moeder zonder kind had het maar een paar dagen volgehouden. Een andere moeder had het overgenomen. Dit keer een moeder met een wonderbaarlijke overvloedige melkproductie, ondanks de tekorten in voedsel die heersten in het kamp. Deze moeder hield het langer vol, maar ook haar zorg voor het kind bleek tijdelijk, toen ze uit angst voor een nieuwe aanval opnieuw op de vlucht sloeg, zonder het kind, dat het hare immers niet was.
Nu kwam het kind in handen van een man, een man die kinderen zocht voor ouders in een ver buitenland, waar mensen zonder kinderen maar in bezit van geld en goederen keuzes konden maken die hier in dit kamp ondenkbaar waren. De man had poedermelk beschikbaar en nam het kind mee. Het kamp uit.
Een lange reis volgde, een comfortabele reis voor het kind, want nu was het kind een kostbaar goed geworden, verhandelbaar tegen harde klinkende munt en op goederen die geld opleveren pas je zo goed mogelijk, handel is handel immers.
De man had contacten met een bureau dat het kind van hem overnam. Opnieuw ontfermde een vreemdeling zich over het kind. Ditmaal met minder zorgvuldigheid, want nu ging het om een onderbetaalde kracht in een weeshuis dat die naam niet dragen mocht, aangezien het kinderen met of zonder ouders binnen liet komen, zolang het kind in kwestie maar jong en onopeisbaar was en gezond (op het oog). De medewerker was nalatig en bijna had het kind het niet gered. Er kwam echter toevalligerwijze een ouderpaar hun kind ophalen in het weeshuis. Ze wisten niet welk kind hun kind zou zijn en zagen het kind in een bedje liggen, duidelijk verzwakt. Hun hart brandde in hun binnenste en ze konden niet anders dan dit kind als hun kind beschouwen. Het werd nog een hele rel, aangezien een ander kind voor hen bestemd was. Ze voelden het zelf niet als een afwijzing, maar dat was wel wat hen werd aangewreven door de directie. Immers, afspraak is afspraak, ook als het om kinderen, die uiteindelijk gewoon handel zijn, gaat. 
Het kind mocht mee. Na lang soebatten en de nodige steekpenningen. Er was gevochten voor het kind en de ouders hadden hun band verzegeld door hun lot te verbinden aan dit kind. Het kind ging mee, naar een ver land, waar de mensen een andere taal spraken en een andere huidskleur hadden en waar niemand hoefde te vluchten voor veiligheid of voedsel of een dak boven het hoofd. Hoewel, als je goed keek zag je ook in dit land waar het kind nu terechtgekomen was mensen op straat lopen, ogenschijnlijk in goede doen, maar bij een nauwkeurigere blik overduidelijk zonder doel op weg naar nergens en in gezelschap van al hun schamele bezittingen. Ook hier bleek voedsel en veiligheid niet zo vanzelf te spreken als gehoopt mocht worden of gedacht werd door hen die wel beter zouden kunnen weten.
Het kind was onbewust van dit alles toen het in een schone wieg gelegd werd met pasgestreken lakentjes en een zacht wollen dekentje in het witste wit dat voorstelbaar is voor een wollen dekentje. Een schaapje was er op geborduurd, als om te bewijzen dat de wol niet synthetisch was, zoals ook het lakentje een merktekentje had waaruit bleek dat dit goede katoen was, zeer verantwoord geteeld, zonder mens of milieu uit te buiten. De ouders van het kind hadden zich goed voorbereid. Niets zou hun kind ontbreken, zelfs moedermelk van de moeder zelf bleek tot de mogelijkheden te behoren (hoe dat zit kan de geïnteresseerde lezer nalezen bij verenigingen als 'borstvoeding natuurlijk'). Het kind kwam niets te kort.
Het had alleen geen naam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten