zondag 14 juni 2020

Au(toma)tisme(n)

In mijzelf ervaar ik een groot verschil tussen de momenten in mijn bestaan waar ik leef en mijzelf ben en de momenten waarop ik existeer en als vanzelf dingen doe.
Ik kan dat eenvoudig illustreren en schreef er al vaker over alhier, er zijn voor ieder mens zaken die vanzelf gaan en zaken waar je je aandacht bij moet houden.
Het besturen van je auto gaat in het algemeen automatisch en vanzelf, zonder nadenken dus, terwijl de weg vinden op een locatie die je niet kent meer echte aandacht vergt en niet op de automatische piloot kan plaatsvinden.

Waar het bij handelingen nog wel voor de hand ligt dat er automatische reacties mogelijk zijn, is dat voor communicatieve zaken wat minder logisch, voor veel mensen.
Ik merk bij mezelf echter dat dat proces van communicatie wel degelijk veel automatische kanten heeft en het zou weleens zo kunnen zijn dat daar het vermeende 'gebrek aan tom' uit voortkomt, zoals vaak besproken in wat oudere literatuur over autisme.

Theory of mind (TOM) is het fenomeen dat je je kunt verplaatsen in dingen die niet geheel zichtbaar zijn. Dat je je in kunt leven in wat er waarschijnlijk is en niet puur uitgaat van wat je ziet of hoort.

Theory of mind is het vermogen om een idee te vormen van het perspectief van anderen en zichzelf op gebeurtenissen en situaties. Dit vermogen brengt de vaardigheid met zich mee om te beseffen dat de eigen opvattingen, verlangens en emoties kunnen afwijken van die van een ander. (bron: Wikipedia)
Gek genoeg zie ik dit met grote regelmaat ook plaatsvinden tussen mensen die geen diagnose hebben. Ze leven zich in in situaties en gaan dan vanuit hun inlevingsvermogen standaard reageren.
Stel je bent hulpverlener in de thuiszorg en gaat van cliënt naar cliënt. Ben je dan goed helder en fit dan zul je bij elke cliënt beseffen dat je iemand anders voor je hebt en dat je op deze cliënt een andere reactie moet geven dan op alle andere cliënten die je die dag tegenover je hebt, ook al hebben veel van de cliënten vergelijkbare of zelfs identieke probleemsituaties of gezondheidsperikelen.
Je kunt je aanpassen. Je doet dat als het goed is ook.
Maar het lukt niet altijd. Er zullen dagen zijn dat je minder fit bent en minder alert reageert en standaardteksten uit op standaardopmerkingen. Iemand heeft een probleem en jij verwoordt spontaan je vaste respons op dat type probleem. Bij problemen op punt x heb je oplossing y nodig. Ook al weet je dat cliënt z met die oplossing niet uit de voeten kan.
Dat is op dat moment dus een gebrekkig functionerende TOM, je reageert immers 'automatisch'.

Mijn lichaam kan dat heel goed, 'automatisch' vond ik vannacht links van mij het lichtknopje, waar ik het op een andere locatie rechts moet zoeken. Gek genoeg meende ik toen het licht verscheen die andere locatie te zullen aantreffen en was ik oprecht verbaasd dat dat niet het geval was. Mijn hoofd was niet meeverhuisd naar deze locatie, hoewel mijn lichaam het prima besefte. Lichaamsgeheugen werkt nu eenmaal anders dan hoofdgeheugen. Soms 'mis je' iets even, of keer je ongemerkt terug naar een locatie waar je lichaam zich helemaal niet bevindt.

Mijn geest kan het echter ook heel goed!
Ik kan gesprekken voeren zonder dat ik 'er bij' ben.
Dat gaat makkelijk, omdat mensen vrij veel gesprekken voeren die herhalingen met variaties zijn van eerder gevoerde gesprekken.
Bij de kleine gesprekken in een winkel herken je dat makkelijk. 'Wilt u de kassabon?' 'Ja, doe maar' 'Wilt u ook zegels?' 'Ja, geef ook maar mee'. Gedachteloos pak je alles aan, omdat 'ja' nu eenmaal een aangenamere respons is dan 'nee' en je dus voor 'nee' je hersens 'aan' zult moeten hebben staan, terwijl je bij 'ja' kunt antwoorden zonder energieverlies.
Dat je vervolgens dingen in je hand hebt die je op moet bergen zie je pas als je je oog er op laat vallen.

In de kleine smeermomenten van het intermenselijk verkeer komen dergelijke contacten veelvuldig voor en verlopen vrijwel altijd volgens een min of meer herkenbaar script, waar je makkelijk je in kunt begeven zonder enige denkinspanning te hoeven leveren. Je op de vlakte houden is de veiligste route daarbij, dus al snel blijk je instemming getoond te hebben bij zaken waar je je niet van bewust was, puur omdat je je hoofd er even niet bij had.
Als je dan op een later moment daarop terugkomt, omdat je je bedenkt dat je automatisch antwoordde en toestemde zonder dat je dat had willen doen, ontstaat het probleem dat de ander niet begrijpt hoe je nu plotseling zonder aanleiding terug wilt krabbelen van een gemaakte afspraak. Hoezo terugkrabbelen? Ik had er gewoon niet bij nagedacht! Het was dus geen echte afspraak!
Maar, heb je een diagnose, dan sta je nu te boek als 'de wispelturige autist die steeds van mening verandert'.
Hier speelt het vermeende gebrek aan Tom dus een rol. Je hebt er niet een gebrek aan, in zekere zin is het de ander die er een gebrek aan heeft! Want het was wel degelijk te merken dat je 'automatisch' antwoordde en niet 'echt'.
Je kunt dat namelijk merken aan de wijze waarop de reactie verwoord is.
Zijn het zinnen die heel gewoon klinken, dan is het vrij waarschijnlijk dat er een automatisch gevormde reactie klonk. Pas als het een tekst is die heel eigen en wellicht wat apart geformuleerd lijkt te zijn, kun je er vanuit gaan dat degene met autisme na heeft gedacht over de te leveren respons op wat gezegd is.

Hoe gekker de teksten, hoe echter ze zijn!

Maar ja, denk daar maar eens om, als je meestal met mensen zonder autisme in aanraking komt, die allerlei dingen met elkaar uitwisselen in uitwisselbare (in de zin van vervangbaar) zinnen.
De gewone taal van alledag is makkelijk, omdat we die allemaal benutten, zoals we er vanuit gaan dat 1 plus 1 altijd 2 is.
Autisten durven juist altijd zich af te vragen of het wel in elke situatie zo is dat 1 plus 1 2 is, of er niet ook situaties denkbaar zijn waarin dat principe niet geldt. En zo gaan ze ook om met taal en tekst en reacties op vragen die standaard genoemd kunnen worden. Misschien is deze herkenbare makkelijke vraag die ik nu hoor in feite wel een heel andere vraag dan ik denk en heb ik nu een ongeschreven regel situatie bij de hand waar de gebruikelijke reactie niet vanzelfsprekend passend is en moet ik iets anders zeggen dan gewoonlijk? Als die riedel in mijn hoofd aanspringt ga ik weer nadenken over wat ik zeggen zal en komt er soms een ogenschijnlijk merkwaardig antwoord tevoorschijn. Dan spreek ik niet meer vanuit automatismen. Dan spreek ik vanuit autisme. En eigenlijk ben ik dan pas werkelijk verstaanbaar. In ieder geval voor mijzelf.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten