zondag 15 november 2020

Waarom de slimmeriken altijd tekortkomen (en niet klagen)

In de maatschappij waarin we leven wonen hoofdzakelijk mensen die gemiddeld intelligent of minder intelligent zijn. 
Dat kunnen ze niet helpen, maar ze bepalen wel de hele gang van zaken. 

Daardoor ontstaat een wereld die voor gemiddeld intelligente mensen prima functioneert en voor minder intelligente mensen ook nog goed te doen is. Als het te moeilijk voor die laatste groep wordt zijn er veel mogelijkheden om het nog eenvoudiger aan te bieden. 

Hierdoor is er heel veel aanbod dat je makkelijk tot je kunt nemen. Aanbod op onderwijsgebied is ook grotendeels gericht op zorgen dat iedereen mee kan komen in de maatschappij. 

We zien dat de maatschappij steeds ingewikkelder wordt, maar door de informatie in kleine brokjes aan te bieden blijft het voor iedereen overzichtelijk. 

Gevolg hiervan is echter wel dat het voor de groep bovengemiddelde intelligenten steeds lastiger wordt om iets te vinden dat passend is. 
Meestal is het aanbod immers 'onder hun niveau'. Dat is niet neerbuigend bedoeld, dat is puur een manier van zeggen. 
Niveau zegt in dit geval iets over wat je aankunt. Dat heeft met meer te maken dan met het schoolniveau waarop je onderwijs kunt volgen. Het heeft ook te maken met wat je naast elkaar aankunt. 

De meeste mensen hebben een intelligentie die ze in staat stelt om 1 of hooguit 2 dingen tegelijkertijd goed te kunnen doen. Bijvoorbeeld: een gesprek voeren en aantekeningen maken. Of autorijden en de radio aan hebben staan. Of eten koken en met je kinderen praten. 
Dat voelt dan heel normaal en vanzelfsprekend. Je voelt je er goed bij. 

Er is echter ook een groep bovengemiddeld intelligente mensen die meer dan 2 dingen tegelijkertijd kunnen doen. Bijvoorbeeld: een gesprek voeren, aantekeningen maken en associaties noteren die naar boven komen en in gedachten nadenken over de lijn van het gesprek en herinneringen aan andere gesprekken er aan te koppelen. Of autorijden en een wetenschappelijk luisterboek aanzetten en ondertussen een vreemde route rijden met behulp van een kaart in je hoofd die je vantevoren al had opgeslagen. Of eten koken van een nieuw recept uit een kookboek en met je kinderen praten over levensbeschouwelijke thema's waarbij je put uit kennis die je opdeed tijdens je studie. 
Dat voelt dan heel normaal en vanzelfsprekend. Je voelt je er goed bij. 

Het voorbeeld maakt inzichtelijk dat de groep bovengemiddeld intelligente mensen meer aan kan tegelijkertijd dan de meeste mensen. Dat is voor deze groep hun normale levenswijze. 
Komen deze mensen in de maatschappij, waar de gemiddeld intelligente mensen het voor het zeggen hebben (en daar is niets mis mee!), dan zullen ze snel teleurgesteld raken over wat ze aantreffen. 

School heet dan saai, omdat er alleen maar informatie aangeboden wordt die ze op andere manieren ook al gehoord hadden en dus een herhaling biedt van wat ze al kennen. 
Werk biedt geen echte uitdaging, omdat het vaak taken betreft waar je nauwelijks bij na hoeft te denken en die je keer op keer herhaalt. (ook het herhalen van een factuur opstellen is een herhaling, ook het herhalen van een medische handeling is een herhaling)

Bovengemiddeld intelligente mensen zijn in staat om dit alles zich te realiseren. Ze houden er in het algemeen rekening mee dat ze meer aankunnen dan de meeste mensen en functioneren prima binnen het bestaande aanbod. 
Maar er is een groep die in toenemende mate last heeft van wat de maatschappij normaal vindt en gelukkig mee schijnt te zijn. 
Het gebrek aan uitdaging, de geringe prikkeling om meer te doen dan het gewone, maakt dat er een soort van gezapigheid ontstaat. 
En gezapigheid (herhaling van wat je al kent) maakt op de langere termijn diep ongelukkig. En als die ongelukkigheid lang genoeg duurt kan het zelfs een depressie worden. En als je op die route bent terechtgekomen gebeurt er iets geks. 
Ineens ben je ook niet meer in staat om meer aan te kunnen dan de gemiddelde mens. 
Je wordt als het ware een gemiddeld mens. 
En daarmee wordt volledig onzichtbaar wat je zou kunnen helpen.

Voor alle mensen is het gezond en goed om uitgedaagd te worden. Om het gevoel te krijgen dat je misschien wel iets meer kunt dan je aan het doen bent. Om de waardering te voelen die een geleverde prestatie je op kan leveren. 

In de huidige maatschappij laten we elkaar juist voortgaan op bekende paden. (Een letterlijk voorbeeld: doordat iedereen elke dag via dezelfde hoofdwegen naar het werk gaat rond dezelfde tijd, ontstaan er files.)
Terwijl het mogelijk niet alleen voor de bovengemiddelde mens, maar voor alle mensen goed zou zijn om ruimte te krijgen om nieuwe dingen te ontdekken, nieuwe mogelijkheden te onderzoeken, nieuwe manieren van zijn uit te proberen. 

Het zou mooi zijn als bovengemiddeld intelligente mensen elkaar zouden stimuleren om goede gedachten te delen en goede initiatieven te ondersteunen en elkaar daarin de weg te wijzen, zodat er meer mogelijkheden geboren kunnen worden voor bovengemiddeld intelligente mensen. 
En natuurlijk mogen alle mensen meedoen! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten