maandag 29 oktober 2018

x-vriendelijke samenleving

Woorden intrigeren me mateloos, vooral het oeverloze gebruik van termen die daardoor een soort van containerbegrip gaan worden, waar je willekeurig wat mee kunt bedoelen, dat je simpelweg uit de grote grabbelton van betekenissen opduikelt, zonder je te bekommeren om definiƫring of begrijpelijkheid van wat je beoogt te zeggen.
Zo is er tegenwoordig het populaire, want ook nog aangenaam klinkende, achtervoegsel 'vriendelijke' in zwang. Het is een woord dat veelal -voorzover tot nu toe door mij waargenomen uitsluitend - gebruikt wordt in samengestelde vorm en dan gevolgd wordt door het zelfstandige naamwoord 'samenleving'.
Het klinkt heel mooi, die vriendelijke samenleving. Maar als je dan gaat kijken naar de bedoeling van de gebruiker van dergelijke taal dan gaat het in zekere zin om iets zeer onaangenaams. Er wordt met de woordkeuze helder inzichtelijk gemaakt dat we in onze hedendaagse samenleving te maken hebben met groepen mensen die we liever niet tot die samenleving rekenen. Groepen mensen die op een voor de middenmoot moeilijk te begrijpen en verdragen wijze 'anders' zijn. Groepen mensen die zich allemaal laten vangen onder een eenvoudige noemer, zodat we ze wel makkelijk kunnen determineren als niet behorend tot onze soort, degenen die automatisch en vanzelfsprekend tot de samenleving gerekend kunnen worden.
De groepen bevatten mensen die dezelfde dingen doen als wij allen, ze hebben een baan of volgen een opleiding, ze wonen alleen of met een partner, ze hebben wel of geen kinderen, ze hebben wel of geen huisdieren. Ze reizen, met het openbaar vervoer of met eigen vervoer, ze recreƫren, ver weg of in de eigen omgeving, ze wonen in een huis of appartement, vrijstaand of geschakeld. Ze zijn ook aardig of onaardig, getalenteerd of middelmatig, bijzonder of onopvallend.
Ze zijn gewoon mens, zoals wij allen mens zijn.
Maar op dat ene cruciale punt waarop ze anders zijn zijn ze dusdanig anders dat wij als grote middenmoot besloten hebben dat het woord dat daarbij hoort hen tot een groep rekent en daarmee aanwijst als te vermijden binnen een context waarin we elkaar allemaal begrijpen omdat we zo fijn hetzelfde zijn. Dat element van hetzelfde zijn gaat dan vooral over het kunnen omgaan met containerbegrippen en die te pas en te onpas toe kunnen passen in het dagelijks bestaan en er nieuwe bij kunnen verzinnen om de wereld aangenaam overzichtelijk te houden op een wijze die voor de middenmoot prima werkt.
En toevalligerwijze zijn het juist de mensen die niet zo goed uit de voeten kunnen met containerbegrippen die middels het vriendelijke containerbegrip aangeduid kunnen worden! Is dat niet handig!

De x, die in de titel van dit stukje staat, heeft te maken met twee zeer verschillende groepen, die toch iets gemeenschappelijk hebben. In beide gevallen is er iets aan de hand met de communicatiemogelijkheden van de mensen in die groep. In beide gevallen hebben mensen in deze groep de neiging (of de noodzaak) om woorden zo letterlijk mogelijk te benutten. Als er gesproken wordt van containerbegrippen zien deze mensen een grote zeecontainer voor zich. Of een afvalcontainer. Of het type container dat in hun hoofd passend is bij het woord container. Ze pakken de overdrachtelijke betekenis pas in tweede instantie op. Soms blijft die tweede instantie achterwege, simpelweg omdat hun hoofd al te vol zit met allerlei containers die ze niet bij elkaar geplaatst krijgen, omdat hun hoofd nu eenmaal geen haventerrein of vrachtwagenopslag is en ze geen idee hebben waar al die containers heen zouden moeten en hoe ze die hun hoofd uit kunnen manoeuvreren.

De ene groep die binnen de x geplaatst kan worden is een groep die in het algemeen gezien wordt als gehandicapt. Tegenwoordig mogen mensen die tot die groep behoren zich beschouwen als 'neurotypisch' en krijgen daardoor meer ruimte om zich te blijven ontwikkelen, ook al gaat dat op geheel andere wijze dan bij de middenmootmassamens.
De andere groep die binnen de x geplaatst kan worden is een groep die in het algemeen gezien wordt als ziek. Tegenwoordig mogen mensen die tot die groep behoren zich beschouwen als mondige mensen en krijgen daardoor meer ruimte om te leren omgaan met hun afnemende vermogens, ook al gaat dat met de nodige horten en stoten als de middenmootmassamens in de buurt is.

Ik heb het, voor de helderheid - want ik kan me zo indenken dat de middenmootmassamens de draad wat kwijt begint te raken - , over de groepen die aangeduid worden met de woorden 'autisme' en 'dementie'.

En wat nu zo bijzonder is, is dat beide groepen een eigen samenleving toebedeeld krijgen van de middenmootmassamens. Er is een 'dementievriendelijke samenleving' en er is een 'autismevriendelijke samenleving'.
En nu ben ik van de eenvoudige oplossing en wou ik eigenlijk voorstellen dat we voortaan gewoon met zijn allen gaan wonen in een vriendelijke samenleving. Scheelt een container aan vage begrippen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten